index icon
Index

Jaarcijfers gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden

Inleiding 

In dit hoofdstuk worden jaarcijfers voor aortaklepvervanging gecombineerd met coronaire bypassoperatie (AVR + CABG) of een transkatheter aortaklep implantatie gecombineerd met percutane coronaire interventie (TAVI + PCI), met algemene trends in de patiëntkarakteristieken en uitkomsten gepresenteerd. Dit betreft gegevens t/m 2023, afkomstig uit de Nederlandse Hart Registratie (NHR). Hierin verzamelen centra in de registraties cardiochirurgie, PCI en THI informatie over de zorg voor patiënten met aortakleplijden en coronairlijden, waardoor informatie beschikbaar is over patiënten met gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden. Een patiënt is geïncludeerd in het TAVI + PCI cohort wanneer er maximaal 3 maanden voorafgaand aan de TAVI of maximaal 3 maanden ná de TAVI ook een electieve PCI is uitgevoerd.

Methode

Voor AVR + CABG zijn binnen de NHR sinds 1995 gegevens beschikbaar. Sinds 2007 geldt er een landelijke verplichting voor het registreren van cardiochirurgische interventies in Nederland. Voor TAVI + PCI zijn binnen de NHR sinds 2015 gegevens beschikbaar. Alle 15 Nederlandse hartcentra nemen deel aan het Waardegedreven Hartzorg (WHZ) programma van de NHR. Zij publiceren op vrijwillige basis informatie over de kwaliteit van zorg, gemeten met behulp van de voor patiënten meest relevante uitkomstvariabelen.

De inclusiecriteria zoals toegepast voor selectie van patiënten, de analyses en de analysemethodiek zijn hier terug te vinden. De methodiek voor de selectie van de NHR-variabelensets is hier terug te vinden.

Resultaten

AVR + CABG

Voor de AVR + CABG behandelingen wordt in onderstaande figuur het verloop van het aantal uitgevoerde interventies in de afgelopen jaren weergegeven.

aantallen_per_jaar_gecombineerd_lijden_avrcabg_20240805.jpg

 

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de patiëntkarakteristieken van alle in het WHZ programma geregistreerde patiënten, die vanaf 2013 een AVR + CABG behandeling hebben ondergaan.

Tabel 1. Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - AVR + CABG - patiëntkarakteristieken per jaar
Bron: NHR
  2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
Chronische longziekte 15,1% 14,9% 15,9% 15,1% 10,6% 13,9% 11,4% 10,1% 10,3%  7,7% 10,5%
Diabetes mellitus 27,9% 29,2% 27,7% 31,0% 29,2% 23,2% 26,6% 28,6% 28,8% 31,8% 27,2%
Eerdere cardiochirurgie  2,9%  3,6%  3,8%  2,8%  2,5%  2,5%  2,7%  3,3%  2,5%  1,2%  1,4%
Geslacht (man) 69,7% 69,4% 73,2% 73,8% 75,4% 77,4% 77,1% 81,3% 76,6% 79,0% 78,3%
Leeftijd (≥ 75 jaar) 47,1% 45,6% 41,6% 44,0% 39,6% 39,9% 33,4% 35,3% 40,2% 37,2% 37,5%
Linkerventrikelfunctie (< 30%)  4,3%  2,7%  3,0%  4,9%  3,6%  3,3%  3,6%  4,3%  3,2%  3,2%  3,5%
Logistische EuroSCORE I (hoog > 19,5%)  9,3%  6,8%  5,3%  7,8%  5,3%  4,5%  5,1%  6,1%  4,6%  3,3%  4,5%
Logistische EuroSCORE II (hoog > 9,5%)  -  -  5,9%  6,8%  7,0%  6,4%  4,0%  7,7%  5,8%  6,2%  5,6%
Meervatslijden 60,2% 61,9% 60,6% 63,2% 61,3% 63,2% 66,0% 66,9% 61,5% 58,4% 56,5%
Nierinsufficiëntie (eGFR < 60) 31,7% 33,6% 28,5% 31,6% 31,7% 31,1% 27,7% 26,5% 24,6% 27,8% 25,2%
Recent myocardinfarct  9,6%  9,9%  9,8% 11,1% 11,4% 14,3% 12,0% 12,8% 16,1% 12,0% 13,2%

 

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de verschillende ruwe uitkomsten per jaar.

Tabel 2. Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - AVR + CABG - ruwe uitkomsten per jaar
Bron: NHR
  2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
30-daagse mortaliteit inclusief ziekenhuismortaliteit 3,6% 3,8% 3,7% 3,0% 2,0% 3,1% 2,3% 3,7%  2,6%  2,6% 1,5%
120-daagse mortaliteit 5,6% 5,5% 4,9% 4,2% 3,1% 4,9% 4,0% 5,3%  3,6%  3,5% 2,5%
1-jaars mortaliteit 8,6% 7,8% 6,3% 6,2% 4,6% 6,2% 5,7% 6,4%  5,2%  5,3% -
CVA met restletsel tijdens opname 1,7% 1,6% 2,0% 1,3% 2,1% 2,0% 2,1% 1,9%  1,6%  1,2% 1,5%
Diepe sternumwondinfectie binnen 30 dagen 1,5% 0,8% 1,1% 0,7% 0,8% 1,3% 0,9% 1,0%  1,3%  1,1% 1,1%
Implantatie nieuwe permanente pacemaker binnen 30 dagen 2,1% 3,3% 2,9% 3,0% 3,5% 2,1% 2,1% 2,1%  3,0%  2,9% 2,0%
Reïnterventie t.g.v. complicatie binnen 30 dagen¹ 8,7% 6,3% 8,0% 6,0% 7,8% 7,8% 9,3% 9,3% 11,7% 12,0% 9,8%

¹Vanaf Q3 2023 worden ook puncties geïncludeerd in de uitkomst "Reïnterventie t.g.v. complicatie binnen 30 dagen". Voor de volledige definitie zie NHR Handboek.

 

De verschillende risicogecorrigeerde uitkomsten, gecorrigeerd op basis van door artsen geselecteerde relevante patiëntkarakteristieken, worden gepresenteerd in onderstaande figuren.

risicogecorrigeerd_gecombineerd_lijden_avrcabg.png

 

Tot slot wordt in onderstaande figuren de ontwikkeling van de kwaliteit van leven getoond van patiënten die een AVR + CABG behandeling hebben ondergaan.

kvl_totaalscore_gecombineerd_lijden_avrcabg.png

kvl_verschillen_gecombineerd_lijden_avrcabg.png

 

TAVI + PCI

Voor de TAVI + PCI behandelingen wordt in onderstaande figuur het verloop van het aantal uitgevoerde interventies in de afgelopen jaren weergegeven.

aantallen_per_jaar_gecombineerd_lijden_tavipci_202420240819.png

 

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de patiëntkarakteristieken van alle in het WHZ programma geregistreerde patiënten, die vanaf 2015 een TAVI + PCI behandeling hebben ondergaan.

Tabel 3. Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - TAVI + PCI - patiëntkarakteristieken per jaar
Bron: NHR
  2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
Chronische longziekte 20,8% 19,8% 20,2% 15,8% 11,8% 12,5% 18,4% 13,4% 14,5%
Eerder CVA 10,0% 12,6% 11,5% 11,5%  7,9% 13,6%  9,7%  8,8%  9,3%
Eerdere cardiochirurgie 13,3% 18,0% 18,6% 12,7%  8,1% 15,1% 11,0% 12,5% 14,0%
Geslacht (man) 47,9% 52,3% 54,3% 54,0% 56,6% 61,0% 60,5% 64,9% 67,8%
Leeftijd (≥ 85) 32,2% 32,4% 27,1% 25,7% 23,8% 20,9% 18,7% 25,2% 20,6%
            (75 - 84) 51,2% 54,1% 58,5% 57,5% 58,3% 58,5% 63,9% 56,5% 63,1%
            (< 75) 16,5% 13,5% 14,4% 16,9% 17,9% 20,6% 17,4% 18,3% 16,4%
Linkerventrikelfunctie (< 30%)  5,9%  5,5%  8,6%  4,0%  5,4%  5,4%  7,5%  5,2%  4,7%
Logistische EuroSCORE II (hoog > 9,5%) 18,8%  7,9% 14,6% 10,9%  8,4% 10,6% 11,3%  5,4%  6,5%
Nierinsufficiëntie (eGFR  < 60) 57,0% 56,8% 58,3% 52,7% 50,7% 46,5% 46,3% 44,4% 48,1%
NYHA-klasse IV  3,7%  2,0%  7,1%  4,8%  6,3%  7,2% 13,4%  7,5%  4,2%

 

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de verschillende ruwe uitkomsten per jaar.

Tabel 4. Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden - TAVI + PCI - ruwe uitkomsten per jaar
Bron: NHR
  2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
Procedurele mortaliteit  1,7%  4,5%  1,6%  0,4%  1,7% 2,0%  0,3%  1,9%  0,9%
30-daagse mortaliteit  4,1%  6,3%  2,7%  2,3%  3,4% 3,4%  2,7%  4,0%  2,3%
120-daagse mortaliteit  5,0%  9,0%  6,7%  5,4%  6,2% 5,4%  4,7%  8,1%  5,1%
1-jaars mortaliteit 10,8% 15,3% 12,8% 11,3% 12,9% 9,3% 10,4% 13,1%  -
CVA met restletsel tijdens opname  1,8%  2,0%  2,4%  2,7%  2,3% 2,2%  2,3%  1,0%  1,4%
Implantatie nieuwe permanente pacemaker binnen 30 dagen 18,9% 13,5% 12,5% 11,0% 11,0% 8,1% 11,7% 11,1% 10,6%
Major vasculaire complicatie binnen 30 dagen  2,3%  7,1%  5,4%  4,1%  6,3% 3,4%  1,9%  3,2%  0,8%

 

Discussie

AVR + CABG

Het aantal uitgevoerde AVR + CABG ingrepen is de afgelopen jaren afgenomen (van 1.060 ingrepen in 2013 naar 735 ingrepen in 2023). Het percentage patiënten met een leeftijd van 75 jaar of ouder is de laatste jaren afgenomen (van 47,1% in 2013 naar 37,5% in 2023) en over het algemeen lijkt het risicoprofiel van de patiënten de afgelopen jaren licht te zijn afgenomen. 

De uitkomsten, zowel ruw als risicogecorrigeerd, zijn stabiel gebleven. Hierin zijn geen significante wijzigingen waar te nemen. Het percentage implantatie permanente pacemaker binnen 30 dagen blijft laag (2,0% in 2023). Meer dan de helft van alle patiënten rapporteert één jaar na de interventie een betere kwaliteit van leven, zowel fysieke als psychische gezondheid, dan voor de ingreep. De grootste winst lijkt te zitten op het gebied van de fysieke gezondheid.            

TAVI + PCI

Sinds 2020 wordt ook het cohort TAVI + PCI (maximaal 3 maanden voorafgaand of maximaal 3 maanden ná de TAVI een electieve PCI) intensief gemonitord en worden de aantallen, patiëntkarakteristieken en ruwe uitkomsten in kaart gebracht. Mogelijk wordt dit in de toekomst verder uitgebreid met risicogecorrigeerde figuren en/of de monitoring van kwaliteit van leven.

Voor deze behandelgroep is een toename in aantallen te zien tot 2019. Daarna treedt er in eerste instantie een daling op in het percentage TAVI’s gecombineerd met een PCI, waarna de aantallen lijken te stabiliseren de laatste jaren. Dit heeft mogelijk te maken met een meer terughoudend beleid ten aanzien van het uitvoeren van een PCI rondom een TAVI, en de initiatie van een landelijk gerandomiseerd onderzoek naar de effectiviteit en veiligheid van PCI rondom TAVI (PRO TAVI studie).

Er zijn de laatste jaren geen duidelijke verschuivingen in de patiëntkarakteristieken waar te nemen in de groep die een TAVI gecombineerd met een PCI ondergaan, doordat de landelijke richtlijn met betrekking tot indicatiestelling in Nederland de afgelopen jaren niet gewijzigd is
Met betrekking tot de ruwe uitkomsten is een stabiel patroon te zien.

Wanneer de cijfers van het TAVI + PCI cohort naast die van het TAVI cohort worden gelegd, zijn er geen opvallende verschillen. De twee cohorten lijken qua patiëntkarakteristieken en ruwe uitkomsten vergelijkbaar te zijn.