index icon
Index

Ablatie registratie uitgebreid met alle typen ablaties

Sinds 2021 worden binnen de NHR Ablatie registratie, naast katheterablaties en chirurgische ablaties voor atriumfibrilleren (AF) en atriale tachycardie (AT), ook data aangeleverd voor alle andere type ablaties. De verschillende type ablaties die hiermee aanvullend binnen de Ablatie registratie worden verzameld zijn: His ablaties, CTI ablaties, AVRNT ablaties, accessoire verbinding ablaties, VES ablaties en VT ablaties. Het doel is om, net als voor de AF ablaties, ook voor deze type ablaties de kwaliteit van zorg te monitoren, onder andere door middel van het verkrijgen van inzicht in uitkomsten. Daarnaast kunnen er met deze uitbreiding voor alle type ablaties aanvullende analyses en wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd worden.

In dit artikel worden de eerste inzichten in deze type ablaties geboden op basis van de data die over 2021 zijn aangeleverd. Eerst worden de aantallen per type ablatie gepresenteerd, waarna er wordt ingezoomd op enkele specifieke type ablaties en de aanwezigheid onderliggend hartlijden. Tot slot worden de eerste getallen over uitkomsten van deze type ablaties gepresenteerd.
N.B.: Doordat dit artikel slechts data van één jaar omvat, zijn de gepresenteerde aantallen klein en is voorzichtigheid bij de interpretatie van de resultaten geboden. De informatie zal worden uitgebreid naarmate de data over meerdere jaren beschikbaar zal zijn.

In 2021 zijn er in totaal 4439 interventies uitgevoerd die andere type ablaties betreffen dan katheterablatie of chirurgische ablatie voor AF of AT. Om dit in context te plaatsen, in 2021 zijn er 5354 katheterablaties voor AF en 246 chirurgische ablaties voor AF uitgevoerd. Figuur 1 laat de aantallen in 2021 uitgesplitst naar type ablatie zien. De meest voorkomende type ablaties wat geen katheterablatie voor AF betreft, zijn CTI ablaties (n=1339) en AVNRT ablatie (n=1101).

 

 

Door de uitbreiding van de Ablatie registratie bestaat ook de mogelijkheid om gedetailleerder naar specifieke ingrepen te kijken, bijvoorbeeld naar ablatie van ventriculaire extrasystolen en ventriculaire tachycardie. Zoals te zien in Figuur 1, werden in 2021 422 VES ablaties uitgevoerd. In de meeste gevallen betreft dit een rechts- (n=223) of linkszijdig (n=147) uitgevoerde VES ablatie. In Figuur 2 zijn de aantallen uitgesplitst naar locatie te zien voor de uitgevoerde VES ablaties. Figuur 3 laat ditzelfde voor VT ablaties (n=506) zien, waarbij de meest voorkomende uitgevoerde VT ablatie een linkszijdig uitgevoerde is (n=349).

 

Kijkend naar onderliggend hartlijden is te zien dat bij het merendeel van de VES ablaties geen sprake is van onderliggend hartlijden. In Figuur 4 is de verdeling van de verschillende locaties van VES ablaties te zien uitgesplitst naar type hartlijden. Figuur 5 laat ditzelfde zien voor VT ablaties, waarin te zien is dat bij VT ablaties die links uitgevoerd zijn er vaak ischemisch hartlijden onderliggend is.

 

 

Tot slot worden er voor de ablaties die sinds 2021 worden geregistreerd ook verschillende uitkomsten vastgelegd, namelijk bloedingscomplicatie tijdens opname, trombo-embolische complicatie binnen 72 uur, cardiale tamponade binnen 30 dagen, vasculaire complicatie binnen 30 dagen en hartchirurgische spoedinterventie. Op basis van de getallen van het eerste jaar kan gezegd worden dat de percentages complicaties laag zijn. In Tabel 1 worden de percentages bloedingscomplicatie, cardiale tamponade en vasculaire complicatie per type ablatie weergegeven. Trombo-embolische complicatie binnen 72 uur en hartchirurgische spoedinterventies zijn hier niet in opgenomen vanwege te kleine aantallen. De komende jaren wordt uitkomstinformatie blijvend verzameld, waardoor monitoring, en mogelijk transparante publicatie hierover, over de tijd mogelijk wordt gemaakt.

 

Tabel 1. Percentage uitkomsten per type ablatie
Bron: NHR
Type ablatie Bloedingscomplicatie tijdens opname Cardiale tamponade binnen 30 dagen Vasculaire complicatie binnen 30 dagen
His ablatie 0,2% 0,0% 0,8%
CTI ablatie 0,4% 0,2% 1,0%
AVNRT ablatie 0,0% 0,1% 0,9%
Ablatie accessoire verbinding 0,5% 0,8% 1,5%
VES ablatie 0,7% 1,5% 2,7%
VT ablatie 0,2% 0,7% 1,7%
Overige ablatie 2,2% 0,0% 0,0%