Basiscijfers boezemfibrilleren 2024
In dit hoofdstuk worden de jaarcijfers met betrekking tot sterfte en ziekenhuisopnamen bij boezemfibrilleren voor het jaar 2024 gepresenteerd. Uitsplitsing vindt plaats naar leeftijd en geslacht. Daarnaast worden trends in de periode 1980-2024 en prognosecijfers voor boezemfibrilleren na eerste ziekenhuisopnamen beschreven.
L.M. Steendam1,2 , R.H. Wimmers1, Y. Koop1,2, I. Vaartjes2
1 Hartstichting, Den Haag
2 Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde, Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht
Methode
Sterftecijfers zijn afkomstig uit de doodsoorzaken statistieken van het CBS. Ziekenhuisopnamen zijn op basis van gegevens van Dutch Hospital Data. De gebruikte ICD-10 codes voor hart- en vaatziekten zijn: ICD-10 codes I48, ICD-9 codes 4273.
Resultaten
| Absolute aantallen |
Gem. lft | 0-29 | 30-39 | 40-49 | 50-59 | 60-69 | 70-79 | 80-89 | ≥90 | ||
| Sterfte† | Mannen | 619 | 84 | ---------35a--------- | 102 | 396 | 169 | ||||
| Vrouwen | 936 | 88 | ---------20a--------- | 94 | 396 | 426 | |||||
| Totaal | 1555 | 86 | ---------55a--------- | 196 | 709 | 595 | |||||
| Ziekenhuisopnamen± | Mannen | 14046 | 68 | 145 | 271 | 650 | 2351 | 4272 | 4305 | 1867 | 185 |
| Vrouwen | 12135 | 73 | 37 | 75 | 244 | 1016 | 2684 | 4806 | 2905 | 368 | |
| Totaal | 26181 | 70 | 182 | 346 | 894 | 3367 | 6956 | 9111 | 4772 | 553 | |
| Dagopnamen± | Mannen | 22066 | 68 | 79 | 194 | 800 | 3519 | 7685 | 7950 | 1804 | 35 |
| Vrouwen | 11113 | 72 | 14 | 43 | 155 | 922 | 2973 | 5113 | 1841 | 52 | |
| Totaal | 33179 | 69 | 93 | 237 | 955 | 4441 | 10658 | 13063 | 3645 | 87 | |
| Gemiddeld aantal ligdagen | Mannen | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 2 | 3 | |
| in het ziekenhuis± | Vrouwen | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 2 | 3 | |
| Totaal | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 2 | 3 | ||
| Prognose na eerste ziekenhuisopname†/± |
Percentage | 0-44 | 45-54 | 55-74 | 75-84 | ≥85 | |||||
| 30-dagen sterfte | Mannen | 1,8 | ---0,3a--- | 0,9 | 2,9 | 8,2 | |||||
| Vrouwen | 2,4 | ---0,5a--- | 1,0 | 2,4 | 7,1 | ||||||
| Totaal | 2,1 | 0,3 | 0,4 | 1,0 | 2,6 | 7,4 | |||||
| 1-jaar sterfte | Mannen | 7,6 | 0,7 | 1,3 | 4,7 | 12,8 | 28,2 | ||||
| Vrouwen | 9,3 | 1,1 | 2,3 | 4,3 | 9,6 | 24,8 | |||||
| Totaal | 8,3 | 0,8 | 1,5 | 4,5 | 11,1 | 26,0 | |||||
| 5-jaar sterfte | Mannen | 23,5 | 2,0 | 4,1 | 15,6 | 42,0 | 72,6 | ||||
| Vrouwen | 28,4 | 2,7 | 5,2 | 13,4 | 34,0 | 67,6 | |||||
| Totaal | 25,6 | 2,2 | 4,4 | 14,7 | 37,9 | 69,2 | |||||
† Op basis van gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek. ICD-10 codes I48. ICD-9 code 4273
a Vanwege privacyredenen zijn sommige leeftijdscategorieën samengevoegd
± Op basis van gegevens van Dutch Hospital Data. ICD-10 codes I48. ICD-9 code 4273. Let op. deze cijfers gaan over het aantal opnames, niet het aantal individuele patiënten
Sterfte
Er zijn in 2024 619 mannen overleden aan boezemfibrilleren en 936 vrouwen. In 2024 was het aandeel van boezemfibrilleren aan de totale hart- en vaatziektensterfte 4%. Voor mannen was dit aandeel 3% en voor vrouwen 5%. De gemiddelde leeftijd van overlijden aan boezemfibrilleren is 84 jaar bij mannen en 88 jaar bij vrouwen.
Absolute sterfte aan boezemfibrilleren nam in de periode 1980-2024 toe. Deze stijging is het sterkst in de leeftijdsgroep vanaf 80 jaar voor zowel mannen als vrouwen. Het aantal sterfgevallen per 100.000 inwoners gecorrigeerd voor bevolkingsopbouw bleef gelijk bij mannen en vrouwen respectievelijk 7 en 10.



Prognose
In de periode van 2010 tot 2019 is de prognose berekend na een eerste ziekenhuisopname voor boezemfibrilleren. De 30-dagen-. 1-jaar- en 5-jaarsterfte zijn voor mannen respectievelijk 1,8%. 7,6% en 23,5%. en voor vrouwen 2,4%. 9,3% en 28,4%. In de prognosecijfers en de kerncijferstabel zijn de sterftecijfers na de eerste ziekenhuisopname per leeftijdsgroep voor mannen en vrouwen weergegeven.


Ziekenhuisopnamen
In 2024 vonden er 26.181 ziekenhuisopnamen wegens boezemfibrilleren plaats. waarvan 14.046 opnamen van mannen en 12.135 van vrouwen. Dit komt neer op 38 opnamen per dag voor mannen en 33 per dag voor vrouwen. De gemiddelde leeftijd bij een ziekenhuisopname vanwege boezemfibrilleren was 68 jaar bij mannen en 73 jaar bij vrouwen. Van alle hartvaatobservaties voor mannen in 2024 waren 57% (6.519) gerelateerd aan boezemfibrilleren bij vrouwen 58% (5.591). Het gemiddelde aantal ligdagen voor boezemfibrilleren is 1 dag voor zowel mannen als vrouwen. Het aantal opnamedagen is in de periode 1980-2024 sterk gedaald. van 11 en 15 dagen in 1980 naar 1 dag in 2024.
Het aantal ziekenhuisopnamen voor boezemfibrilleren is tussen 1980 en 2024 toegenomen voor zowel mannen als vrouwen. Gecorrigeerd voor bevolkingsopbouw is een stijging zichtbaar van 113% bij mannen en 175% bij vrouwen. De stijging is vooral zichtbaar in de leeftijdsgroepen 60-79 jaar bij mannen en 60-89 jaar bij vrouwen. Sinds 2016 daalt het aantal ziekenhuisopnamen voor boezemfibrilleren licht voor beide geslachten.




* Omwille van verschillende veranderingen zijn de cijfers na 2012 en van 2019 minder goed vergelijkbaar met de cijfers van de jaren ervoor. Om deze reden worden deze cijfers gestippeld weergegeven. (Zie Hart- en vaatziekten in Nederland 2020, p36)
Dagopnamen
In 2024 vonden er 33.179 dagopnamen plaats vanwege boezemfibrilleren. waarvan 22.066 bij mannen en 11.113 bij vrouwen. De gemiddelde leeftijd bij een dagopname vanwege boezemfibrilleren was 68 jaar bij mannen en 72 jaar bij vrouwen. De meeste dagopnamen vonden plaats in de leeftijdsgroepen 60-69 en 70-79 jaar.
