index icon
Index

Jaarcijfers atriumfibrilleren

Inleiding 

In dit hoofdstuk worden jaarcijfers voor katheterablaties en minimaal-invasieve chirurgische ablaties, met algemene trends in de patiëntkarakteristieken en uitkomsten gepresenteerd. Dit betreft de gegevens t/m 2022, afkomstig uit de Nederlandse Hart Registratie (NHR). Hierin verzamelen centra in de registratie Ablatie informatie over de zorg voor patiënten met atriumfibrilleren. 

Methode

Voor katheterablatie en minimaal-invasieve ablatie voor atriumfibrilleren zijn binnen de NHR sinds 2013 gegevens beschikbaar. In Nederland worden katheterablaties door 15 hartcentra uitgevoerd. Al deze centra nemen deel aan het Value-Based Healthcare (VBHC)-programma van de NHR. Voor minimaal-invasieve chirurgische ablatie zijn er 9 hartcentra die dit type ingreep uitvoeren. Deze centra publiceren op vrijwillige basis informatie over de kwaliteit van zorg, gemeten met behulp van de voor patiënten meest relevante uitkomstvariabelen.

De inclusiecriteria zoals toegepast voor selectie van patiënten, de analyses en de analysemethodiek zijn hier terug te vinden. De methodiek voor de selectie van de NHR-variabelensets is hier terug te vinden.

Resultaten

Katheterablatie

Voor de katheterablaties wordt in onderstaande figuur het verloop van het aantal uitgevoerde interventies in de afgelopen jaren weergegeven.

 

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de patiëntkarakteristieken van alle in het VBHC-programma geregistreerde patiënten, die vanaf 2013 een katheterablatie hebben ondergaan.

Tabel 1. Atriumfibrilleren - Katheterablatie - patiëntkarakteristieken per jaar
Bron: NHR
  2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022
BMI( ≥ 25 kg/m²) 70,8% 69,8% 69,7% 69,3% 70,7% 69,4% 68,8% 69,6% 69,0% 69,3%
CHA₂DS₂-VASc Score (≥ 2) 39,8% 41,5% 46,2% 45,3% 50,4% 49,4% 48,1% 49,3% 52,7% 53,2%
Geslacht (man) 68,6% 70,1% 69,4% 67,2% 68,7% 66,7% 66,0% 67,0% 65,3% 64,6%
Leeftijd (≥ 75 jaar) 3,5% 3,5% 4,9% 5,5% 6,0% 6,9% 7,2% 7,6% 9,5% 10,4%
Linkeratrium volume index (≥ 40 ml/m²) 21,3% 17,4% 12,8% 15,9% 14,6% 15,0% 28,6% 35,5% 35,4% 36,4%
Linkerventrikelfunctie (EF < 30%) 1,0% 1,4% 0,9% 0,7% 1,0% 1,4% 1,2% 1,3% 1,6% 1,8%
Nierinsufficiëntie (eGFR < 60) 12,5% 12,2% 16,1% 14,1% 18,4% 18,6% 16,7% 16,7% 17,0% 18,0%
Patroon AF (paroxysmaal) 74,3% 71,2% 73,8% 73,3% 73,4% 72,5% 69,6% 69,3% 68,5% 65,7%
Patroon AF (persisterend) 23,8% 25,2% 22,4% 25,3% 25,0% 25,6% 28,9% 29,3% 30,2% 32,8%
Preoperatieve mitralisklepinsufficiëntie (matig/ernstig) 7,0% 6,3% 10,5% 6,5% 5,5% 5,5% 4,4% 5,2% 4,8% 4,6%

 

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de verschillende ruwe uitkomsten per jaar.

Tabel 2. Atriumfibrilleren - Katheterablatie - ruwe uitkomsten per jaar
Bron: NHR
  2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022
Bloedingscomplicatie tijdens opname  1,1% 0,7% 0,7% 0,5% 0,7% 0,4% 0,6% 0,4% 0,5% 0,3%
Cardiale tamponade binnen 30 dagen  0,6% 0,6% 0,6% 0,2% 0,5% 0,6% 0,4% 0,4% 0,2% 0,3%
Phrenicus paralyse  - - - 0,6% 0,8% 0,8% 0,8% 0,6% 1,0% 0,5%
Trombo-embolische complicatie binnen 72 uur 0,5% 0,1% 0,5% 0,2% 0,5% 0,3% 0,2% 0,2% 0,3% 0,2%
Vasculaire complicatie binnen 30 dagen (minor + major) - - - 1,3% 1,6% 1,4% 1,5% 1,4% 1,4% 0,8%
Herhaalde linkeratriumablatie binnen 1 jaar 19,8% 18,3% 18,4% 17,9% 16,7% 18,6% 14,4% 14,6% 13,1% -

 

De verschillende risicogecorrigeerde uitkomsten, gecorrigeerd op basis van door artsen geselecteerde relevante patiëntkarakteristieken, worden gepresenteerd in onderstaande figuren.

 

Tot slot wordt in onderstaande figuren de ontwikkeling van de kwaliteit van leven getoond van patiënten die een katheterablatie hebben ondergaan.

 

Minimaal-invasieve chirurgische ablatie

Voor de minimaal-invasieve chirurgische ablaties wordt in onderstaande figuur het verloop van het aantal uitgevoerde interventies in de afgelopen jaren weergegeven.

 

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de patiëntkarakteristieken van alle in het VBHC-programma geregistreerde patiënten, die vanaf 2013 een minimaal-invasieve chirurgische ablatie hebben ondergaan.

Tabel 3. Atriumfibrilleren - Minimaal-invasieve chirurgische ablatie - patiëntkarakteristieken per jaar
Bron: NHR
  2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022
BMI (≥ 25 kg/m²) 75,0% 72,2% 77,1% 73,9% 79,6% 76,8% 81,8% 79,7% 79,9% 81,2%
CHA₂DS₂-VASc Score (≥ 2) 45,3% 43,7% 44,3% 55,1% 53,3% 53,7% 55,7% 49,8% 48,6% 54,8%
Geslacht (man) 68,7% 70,0% 73,8% 65,9% 72,2% 74,9% 70,3% 67,7% 71,8% 69,7%
Leeftijd (≥ 75 jaar) 1,4% 2,5% 3,8% 5,3% 6,6% 6,1% 5,1% 5,2% 5,7% 9,0%
Linkeratrium volume index (≥ 40 ml/m²) 40,0% 49,4% 48,7% 57,9% 54,1% 57,7% 68,1% 55,3% 49,5% 47,3%
Linkerventrikelfunctie (EF < 30%) 2,1% 1,8% 2,8% 1,1% 2,1% 2,6% 1,9% 2,7% 1,7% 2,1%
Nierinsufficiëntie (eGFR < 60) 14,6% 13,8% 12,1% 13,9% 18,5% 17,0% 21,5% 19,8% 16,2% 25,0%
Preoperatieve mitralisklepinsufficiëntie (matig/ernstig) 10,2% 8,4% 9,4% 11,3% 13,4% 11,2% 9,7% 12,1% 8,6% 8,1%
Patroon AF (paroxysmaal) 53,4% 52,5% 35,3% 33,9% 24,6% 28,7% 30,7% 27,5% 41,3% 30,3%
Patroon AF (persisterend) 35,6% 31,6% 46,0% 53,6% 62,6% 55,8% 55,9% 62,4% 53,5% 61,7%
Eerdere ablatie in linkeratrium 28,6% 37,6% 37,7% 40,0% 42,2% 50,5% 47,7% 55,7% 58,5% 41,0%

 

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de verschillende ruwe uitkomsten per jaar.

Tabel 4. Atriumfibrilleren - Minimaal-invasieve chirurgische ablatie - ruwe uitkomsten per jaar
Bron: NHR
  2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022
Bloedingscomplicatie tijdens opname  2,1% 2,5% 2,2% 4,3% 1,5% 2,6% 2,6% 1,3% 2,3% 2,1%
Cardiale tamponade binnen 30 dagen  0,4% 1,6% 0,8% 0,9% 1,1% 1,9% 1,5% 0,5% 0,0% 2,6%
Phrenicus paralyse  - - - 1,6% 0,9% 0,0% 0,0% 0,9% 0,0% 0,0%
Trombo-embolische complicatie binnen 72 uur 0,4% 0,0% 0,5% 0,0% 1,2% 0,7% 0,3% 0,9% 0,0% 1,6%
Vasculaire complicatie binnen 30 dagen (minor + major) - - - 0,3% 0,0% 0,0% 0,6% 0,4% 0,0% 0,0%
Herhaalde linkeratriumablatie binnen 1 jaar* 3,2% 5,4% 3,6% 8,0% 4,8% 3,5% 5,8% 19,8% 11,5% -
Herhaalde linkeratriumablatie binnen 1 jaar waarbij staged procedure telt als één procedure** 3,2% 5,4% 3,6% 8,0% 4,8% 3,2% 5,8% 9,1% 11,5% -
Opnameduur > 5 dagen 23,8% 28,8% 35,8% 38,7% 30,4% 29,9% 31,4% 22,4% 28,6% 25,8%

 

De verschillende risicogecorrigeerde uitkomsten, gecorrigeerd op basis van door artsen geselecteerde relevante patiëntkarakteristieken, worden gepresenteerd in onderstaande figuren.

 

Discussie

Katheterablatie

Er is een stijgende trend te zien in het aantal uitgevoerde katheterablatie procedures (met een kleine dip tijdens de coronapandemie). De tabel met patiëntkarakteristieken per jaar laat zien dat deze procedure in Nederland voornamelijk bij patiënten met paroxysmaal AF wordt uitgevoerd (percentage ligt rond de 70% per jaar). Verder is te zien dat de laatste jaren de gemiddelde patiënt relatief hetzelfde blijft (mannen met overgewicht). Daarnaast lijkt er sprake te zijn van een trend waarbij recent behandelde patiënten gemiddeld wat ouder zijn en een groter linkeratriumvolume (LAVI) hebben.

Zowel de ruwe als ook de risicogecorrigeerde uitkomsten per jaar laten zien dat katheterablatie kan worden gezien als een veilige ingreep met door de jaren heen een relatief lage kans op complicaties en een afnemende trend in het aantal herhaalde linkeratriumablaties binnen 1 jaar. Tot slot is te zien dat de kwaliteit van leven, gemeten met de AFEQT, voor ruim 80% van de patiënten verbetert na een katheterablatie procedure.

Minimaal-invasieve chirurgische ablatie

In tegenstelling tot katheterablatie is er een dalende trend in het aantal uitgevoerde minimaal-invasieve chirurgische ablatie procedures te zien. Deze trend is al geruime tijd voor de coronapandemie ingezet. In 2022 neemt het aantal procedures enigszins toe ten opzichte van het voorgaande jaar, mogelijk als gevolg van de impact van de coronapandemie op de zorg in de voorgaande jaren. In de tabel met patiëntkarakteristieken per jaar is te zien dat de gemiddelde patiënt vaak een zwaar(der) risicoprofiel heeft met bijvoorbeeld vaker een hoger BMI, een groter linkeratriumvolume (LAVI) of matig tot ernstige preoperatieve mitralisklepinsufficiëntie. Ook hebben deze patiënten vaker langdurig persisterend AF en minder paroxysmaal AF. Het percentage eerdere ablaties in het linkeratrium liet de laatste jaren een toename zien, wat kan duiden op een trend om vaker eerst de patiënt te behandelen middels katheterablatie voordat er wordt besloten tot minimaal-invasieve chirurgische ablatie. Deze toename wordt echter in 2022 niet waargenomen, waardoor het interessant is om te monitoren hoe dit zich de komende jaren ontwikkelt.

Sinds 2020 voert een beperkt aantal centra gestageerde hybride procedures uit waarbij de tweede ablatie (katheterablatie) geteld kan worden als reablatie van de minimaal-invasieve chirurgische ablatie of niet. Om de percentages reablaties goed te kunnen duiden zijn beide opgenomen als onderdeel van de ruwe en risicogecorrigeerde uitkomsten. Er kan geconcludeerd worden dat zowel de ruwe als ook de risicogecorrigeerde uitkomsten relatief stabiel zijn gedurende de afgelopen jaren.