Basiscijfers subarachnoïdale bloeding
Y. Koop1,2, R.H. Wimmers1, M.L. Bots2, I. Vaartjes2
1 Hartstichting, Den Haag
2 Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde, Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht
Absolute aantallen |
Gem. lft | 0-29 | 30-39 | 40-49 | 50-59 | 60-69 | 70-79 | 80-89 | ≥90 | ||
Sterfte† | Mannen | 130 | 67 | -----16a----- | 23 | 27 | 42 | 22a | |||
Vrouwen | 252 | 69 | -----19a----- | 45 | 53 | 72 | 51 | 12 | |||
Totaal | 382 | 68 | -----35a----- | 68 | 80 | 114 | -----85a----- | ||||
Ziekenhuisopnamen± | Mannen | 535 | 60 | 16 | 27 | 76 | 155 | 130 | 91 | -----40a----- | |
Vrouwen | 870 | 62 | 20 | 33 | 110 | 210 | 224 | 172 | 89 | 12 | |
Totaal | 1.405 | 61 | 36 | 60 | 186 | 365 | 354 | 263 | ----141a----- | ||
Gemiddeld aantal dagen |
0-29 | 30-39 | 40-49 | 50-59 | 60-69 | 70-79 | 80-89 | ≥90 | |||
Gemiddeld aantal | Mannen | 11 | 6 | 12 | 11 | 12 | 14 | 8 | 8 | 9 | |
ligdagen in het ziekenhuis± | Vrouwen | 14 | 9 | 16 | 14 | 15 | 16 | 12 | 7 | 5 | |
Totaal | 13 | 7 | 14 | 13 | 13 | 15 | 10 | 8 | 7 | ||
Prognose na eerste ziekenhuisopname†/± |
Percentage | 0-44 | 45-54 | 55-74 | 75-84 | ≥85 | |||||
30-dagen sterfte | Mannen | 23,3 | 12,9 | 12,5 | 23,4 | 44,7 | 53,8 | ||||
Vrouwen | 27,2 | 15,0 | 17,3 | 25,0 | 44,1 | 67,9 | |||||
Totaal | 25,7 | 14,1 | 15,5 | 24,4 | 44,3 | 64,2 | |||||
1-jaar sterfte | Mannen | 28,2 | 15,2 | 15,0 | 28,4 | 55,1 | 66,2 | ||||
Vrouwen | 31,6 | 17,5 | 19,6 | 29,4 | 53,0 | 75,4 | |||||
Totaal | 30,3 | 16,5 | 17,9 | 29,0 | 53,8 | 73,0 | |||||
5-jaar sterfte | Mannen | 37,2 | 16,0 | 19,9 | 37,2 | 73,7 | 93,1 | ||||
Vrouwen | 38,4 | 18,2 | 20,9 | 37,3 | 67,3 | 91,2 | |||||
Totaal | 37,9 | 17,3 | 20,6 | 37,3 | 69,7 | 91,7 |
† Op basis van gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek: ICD-10 codes I60, ICD-9 codes 430
a Vanwege privacy redenen zijn de leeftijdcategorieën aar samengevoegd
± Op basis van gegevens van Dutch Hospital Data: ICD-10 codes I60, ICD-9 codes 430. Let op, deze cijfers gaan over het aantal opnames, niet het aantal individuele patiënten
Vanwege privacy redenen zijn er geen dagopnamen weergegeven
Sterfte
In 2022 was het aandeel van een subarachnoïdale bloeding aan de totale hart- en vaatziekten sterfte 1%. Er zijn in 2022 130 mannen overleden aan een subarachnoïdale bloeding en 252 vrouwen. In alle leeftijdsgroepen overlijden er meer vrouwen dan mannen vanwege een subarachnoïdale bloeding. De gemiddelde leeftijd van overlijden aan een subarachnoïdale bloeding is 67 jaar bij mannen en 69 jaar bij vrouwen.
Absolute sterfte aan een subarachnoïdale bloeding nam in de periode 1980-2022 af, deze daling is het sterkst bij mannen. Voor vrouwen is een daling zichtbaar vanaf 2009. Het verschil in daling van sterfte tussen mannen en vrouwen neemt af als de sterftecijfers gecorrigeerd worden voor veranderingen in de leeftijdsopbouw van de bevolking.
Prognose
De prognose na de eerste ziekenhuisopname voor subarachnoïdale bloeding is berekend op basis van de sterfte tussen 2010 en 2019. De 30 dagen, 1 jaar en 5 jaar sterfte zijn voor mannen respectievelijk 23.3%, 28.2% en 37.2% en voor vrouwen 27.2%, 31.6% en 38.4%. In de figuren is de sterfte na de eerste ziekenhuisopname per leeftijdsgroep voor mannen en vrouwen zichtbaar.
Ziekenhuisopnamen
In 2022 vonden er 1.405 ziekenhuisopnamen wegens een subarachnoïdale bloeding plaats, waarvan 535 opnamen van mannen en 870 van vrouwen. De gemiddelde leeftijd bij een ziekenhuisopname vanwege een subarachnoïdale bloeding was 60 jaar bij mannen en 62 jaar bij vrouwen. Van alle observaties in 2022 zijn er 19 vanwege een subarachnoïdale bloeding, waarvan 10 voor mannen. Het gemiddelde aantal ligdagen voor een subarachnoïdale bloeding is voor mannen 11 dagen en voor vrouwen 14 dagen.
In de periode 1980 tot 2022 is het absolute aantal ziekenhuisopnamen voor mannen licht gedaald met 7%. Voor vrouwen is een stijging te zien tot 2016 en daarna een lichte daling, over de gehele periode van 1980 tot 2022 is de stijging 29%. Zodra de ziekenhuisopnamen worden gecorrigeerd voor de bevolkingsopbouw is er van 1980 tot 2022 een daling van 46% te zien bij mannen en van 19%
Dagopnamen
Cijfers voor een dagopname vanwege een subarachnoïdale bloeding worden niet weergegeven vanwege privacyredenen.