index icon
Index

Hart- en vaatziekten in de Nederlandse huisartsenpraktijk

Y. Koop 1,2, R.H. Wimmers1,  F.H. Rutten2, M.L. Bots2, I. Vaartjes2

1 Hartstichting, Den Haag
2 Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde, Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht

Update van cijferboek Hart- en vaatziekten in Nederland Hoofdstuk 3, 2019.

Data van het NIVEL Zorgregistraties Eerste Lijn, 
https://www.nivel.nl/nl/resultaten-van-onderzoek/nivel-cijfers-ziekten-op-jaarbasis

 

Inleiding

De huisarts heeft als poortwachter een belangrijke rol in de Nederlandse gezondheidszorg. Patiënten zoeken namelijk meestal als eerste contact met de huisarts voor hun gezondheidsproblemen. Iedere Nederlander staat (verplicht) bij een huisartsenpraktijk ingeschreven met uitzondering van verpleeghuispatiënten. Jaarlijks bezoekt ongeveer driekwart van de bevolking minimaal één keer de huisarts en is het gemiddelde aantal bezoeken 6 keer per jaar.1 Huisartsen zijn goed op de hoogte van de ziekenhuiszorg als ook de zorg in zowel de eerste lijn (zoals de fysiotherapeut of diëtist) die zijn/haar patiënten krijgen. Elektronische patiëntendossiers van huisartsen zijn een waardevolle gegevensbron om morbiditeit (incidentie- en prevalentiecijfers van ziekten) in de Nederlandse populatie te schatten. Daarom worden er jaarlijks, zowel op de website van Nivel Zorgregistraties eerste lijn2, als op websites van het RIVM (Volksgezondheidenzorg.Info en de Staat van Volksgezondheid en Zorg) morbiditeitscijfers gepresenteerd die gebaseerd zijn op gegevens uit huisartsenregistraties. In dit artikel wordt het aantal mensen met hart- en vaatziekten geschat in Nederland op basis van elektronische patiëntendossiers van huisartsen die deelnemen aan Nivel Zorgregistraties eerste lijn.

 

Methode

Nivel Zorgregistraties eerste lijn

De huisartsenregistratie van Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn maakt gebruik van routinematig vastgelegde gegevens uit elektronische patiëntendossiers. In 2022 bevatte Nivel Zorgregistraties gegevens van 1,9 miljoen patiënten, ingeschreven bij 430 huisartsenpraktijken.1 Deze patiëntenpopulatie is een representatieve weerspiegeling van de Nederlandse populatie. Het elektronische patiëntendossier van de huisarts bevat informatie over onder andere gedeclareerde contacten en verrichtingen, diagnoses, voorgeschreven geneesmiddelen en meetwaarden. De in dit artikel gepresenteerde morbiditeitscijfers zijn gebaseerd op door de huisarts geregistreerde diagnoses volgens de eerste versie van de International Classification of Primary Care (ICPC-1).3 

Algoritme voor schatten van morbiditeit

Met een algoritme worden alle in de huisartsenpraktijk geregistreerde diagnoses omgezet in zogenaamde ziekte-episodes, gedefinieerd als ‘de periode tussen het stellen van de diagnose en het moment dat de patiënt weer beter is of komt te overlijden’, die de basis vormen voor het berekenen van incidentie- en prevalentiecijfers van klachten en ziekten.4,5 Het algoritme maakt onderscheid tussen chronische en niet-chronische aandoeningen. Bij een chronische aandoening geldt ‘eens ziek is altijd ziek’. Personen hoeven daarom niet jaarlijks met hun klacht bij de huisarts te komen om toch meegerekend te worden in de cijfers. Bij niet-chronische aandoeningen is per aandoening een periode zonder bezoek aan de huisarts gedefinieerd (de klachtenvrije periode), waarna de ziekte als genezen wordt beschouwd en de persoon deze ziekte weer opnieuw kan krijgen. In de tabellen is aangegeven in welke categorie een aandoening valt en hoe lang de gehanteerde klachtenvrije periode is.

Cijfers over hart- en vaatziekten

Op basis van de gegevens van 1,9 miljoen ingeschreven patiënten, zijn schattingen gemaakt van het aantal personen met hart- en vaatziekten in Nederland. De cijfers zijn gestandaardiseerd naar de verdeling naar leeftijd, geslacht en stedelijkheid in de Nederlandse bevolking in 2022. Het ICPC-1 hoofdstuk ‘Hart- en vaatstelsel’ bevat 28 aandoeningen, waaronder 10 chronisch en 18 niet-chronisch. Voor alle aandoeningen is voor 2022 het aantal personen met de bewuste aandoening (de jaarprevalentie) en het aantal nieuwe gevallen van de aandoening geschat op basis van de registratie in Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn. In de resultaten paragraaf wordt voornamelijk aandacht besteed aan hart- en vaatziekten. De overige cijfers zijn alleen in de tabellen opgenomen. In het hele artikel wordt, bij het beschrijven van de aandoeningen, de in de ICPC-1 gehanteerde codenaam gebruikt.

Tenslotte worden voor alle cardiovasculaire aandoeningen aantallen gepresenteerd voor mannen en vrouwen in leeftijdsgroepen per 5 jaar. De cijfers per aandoening zijn weergegeven in de bijlagen 3.1 tot en met 3.4.

 

Resultaten

Chronische hart- en vaatziekten

De meest voorkomende chronische conditie aan hart en vaten is hypertensie zonder orgaanschade (code K86) met ruim 2,5 miljoen Nederlanders. Het komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen en in 2022 werd respectievelijk bij 49.849 mannen en 51.302 vrouwen de diagnose hypertensie zonder orgaanbeschadiging gesteld (Tabel 1). Buiten de diagnose hypertensie en de wat algemenere diagnose ‘andere ziekte(n) perifere arteriën’, zijn met name angina pectoris, hartfalen en beroerte veel voorkomende aandoeningen.

Angina pectoris komt 418.658 keer voor met een hogere prevalentie bij mannen (234.379 mannen versus 183.980 vrouwen, Tabel 3.2). In absolute zin komt deze aandoening het meest voor bij mannen tussen de 65 en 79 jaar oud. Relatief gezien, neemt het aantal personen met angina pectoris toe met de leeftijd en ligt de jaarprevalentie hoger bij mannen dan bij vrouwen (Bijlage 2).

Een andere veel voorkomende chronische diagnose is hartfalen met ruim 240.992 personen (Tabel 1). Deze aandoening komt vooral op hoge leeftijd voor: de prevalentie in de leeftijdscategorie 85 jaar en ouder ligt bij zowel mannen als vrouwen net onder de 200 per 1.000 personen (Bijlage 2).

In 2022 waren er 376.440 personen die ooit een beroerte hebben doorgemaakt. Als we kijken naar het aantal nieuwe gevallen, dan gaat het om 38.699 personen per jaar (Tabel 1). Het aantal personen met een beroerte is het hoogste in de leeftijdsgroep 75-79 jaar, voor zowel mannen als vrouwen (resp. 33.674 mannen en 26.948 vrouwen). De prevalentie per 1.000 is gelijk voor mannen en vrouwen in de leeftijdsgroep 45-49 jaar, namelijk 7.9. Vanaf 50 jaar is dit voor mannen in alle leeftijdsgroepen hoger dan voor vrouwen (Bijlage 2).

Tenslotte zijn er ook minder frequent door de huisarts geregistreerde chronische diagnoses, zoals aangeboren hart en vaatafwijkingen. Deze diagnose is geregistreerd bij 82.676 personen. Omdat deze diagnose waarschijnlijk vaak op jonge leeftijd wordt gesteld en er weinig zorg voor wordt gebruikt bij de huisarts, zullen de aantallen bij volwassenen waarschijnlijk een onderschatting zijn. Bij kinderen kan ook sprake zijn van een onderschatting, omdat niet duidelijk is of de huisarts voldoende zorg draagt bij (alle) kinderen met aangeboren afwijkingen voor adequate registratie, of dat deze zorg volledig in het ziekenhuis wordt geleverd. 

Niet-chronische hart- en vaatziekten

Naast de hier boven beschreven diagnoses, bevat ICPC-1 Hart- en vaatziekten ook een aantal niet-chronische aandoeningen. Dit zijn aandoeningen of ‘events’ die na verloop van tijd kunnen genezen of stabiliseren en die een persoon dus ook meerdere malen kan doormaken, zoals hartinfarct, TIA, CVA of hartritmestoornissen. Tabel 2 bevat cijfers van het aantal nieuwe door de huisarts geregistreerde ziekte-episodes en het aantal personen met een nieuwe of bestaande episode in 2022 (jaarprevalentie). 

Binnen de groep niet-chronische aandoeningen is in 2022 de code K85 ‘Verhoogde bloeddruk’ het meeste geregistreerd (incidentie 154.798). Dit betreft echter een eenmalige registratie van verhoogde bloeddruk. De meest geregistreerde nieuwe episodes van niet-chronische hart- en vaatziekten zijn boezemfibrilleren, hartinfarct, niet-reumatische klepaandoening en TIA. De diagnoses niet-reumatische klepaandoening en TIA worden iets vaker gesteld bij vrouwen dan bij mannen (respectievelijk 27.420 versus 24.487, en 27.420 versus 26.236). Boezemfibrilleren en hartinfarct komt daarentegen weer vaker voor bij mannen dan bij vrouwen (respectievelijk 70.838 versus 54.840, en 47.226 en 20.344) (Tabel 2). 

Bij de interpretatie van de cijfers over het aantal nieuwe episodes van niet-chronische aandoeningen moet rekening gehouden worden met het feit dat het gaat om een weergave van hetgeen de huisarts in het elektronische dossier registreert. Op basis van de door de huisarts geregistreerde diagnoses tijdens consulten wordt met een algoritme de start- en stopdatum van een ziekte-episode geschat. Het is niet te achterhalen of iedere nieuwe ziekte-episode ook daadwerkelijk een nieuwe klacht betreft. Zo kan bijvoorbeeld een patiënt langdurende gevolgen ervaren van een hartinfarct en daar slechts eens in de twee jaar voor bij de huisarts komt. In dat geval zal iedere twee jaar een nieuwe ziekte-episode aangemaakt worden. De cijfers zijn dus als het ware een afspiegeling voor de zorg die een patiënt vraagt aan de huisarts voor zijn of haar medisch probleem.

 

Tabel 1. Absoluut aantal personen met chronische hart- en vaatziekten in Nederland op basis van NIVEL Zorgregistraties Eerste Lijn in 2022
  Aantal personen met de betrreffende aandoeninga Aantal nieuwe ziekte- episodesb
  Mannen Vrouwen Totaal ǂ Mannen Vrouwen Totaal ǂ
Aangeboren hart vaatafwijking(en) (K73) 40.229 42.457 82.676 1.749 1.769 3.518
Angina pectoris (K74) 234.379 183.980 418.658 14.867 12.383 26.386
Andere/chronische ischemische hartziekte (K76) 138.178 64.570 202.293 6.122 3.538 8.795
Hartfalen (K77) 117.189 123.833 240.992 20.989 21.228 42.218
Cor pulmonale (K82) 4.373 6.192 10.554 787 796 1.583
Hypertensie zonder orgaanbeschadiging (K86) 1.162.273 1.409.041 2.571.756 49.849 51.302 100.267
Hypertensie met orgaanbeschadiging/
secundaire hypertensie (K87)
180.157 153.907 334.223 6.996 6.192 12.313
Beroerte (K90) 195.024 180.442 376.440 19.240 19.459 38.699
Atherosclerose (K91) 127.684 111.450 239.233 5.247 3.538 8.795
Andere ziekte(n) perifere arteriën (K92) 219.511 222.899 443.285 18.365 17.690 36.940

a Op basis van de gegevens van 1,9 miljoen ingeschreven patiënten, zijn schattingen gemaakt van het aantal personen met hart- en vaatziekten in heel Nederland. b Er wordt gerekend met het aantal nieuwe ziekte-episodes; dit is identiek aan het aantal nieuwe personen
ǂ Aantallen zijn afgerond op 100-tallen. Hierdoor zal het totaalcijfer niet altijd exact het opgetelde cijfer van de mannen en vrouwen zijn

 

 

Tabel 2. Absoluut aantal niet-chronische hart- en vaatziekten in Nederland op basis van NIVEL Zorgregistraties Eerste Lijn in 2022
  Aantal personen met de betrreffende aandoeningǂ Aantal nieuwe ziekte- episodesǂǂ
  Mannen Vrouwen Totaalǂǂǂ Mannen Vrouwen Totaalǂǂǂ
Infectieziekte hartvaatstelsel (K70)a 6.996 3.538 10.554 6.122 2.654 8.795
Acuut reuma/reumatische hartziekte (K71)a, c 787 885 1.759 787 796 1.583
Neoplasma hartvaatstelsel (K72)a,c 787 796 1.583 877 796 1.583
Hartinfarct (K75)b 181.906 74.300 256.824 47.226 20.344 68.604
Boezemfibrilleren/-fladderen (K78)b 214.264 170.712 385.236 70.838 54.840 124.894
Paroxysmale tachycardie (K79)b 22.738 39.803 63.326 9.620 16.806 26.386
Ectopische slagen/extrasystolen (K80)b 13.993 16.806 31.663 6.996 7.961 15.832
Hartgeruis (K81)b 13.118 18.575 31.663 8.745 11.499 19.350
Niet-reumatische klepaandoening (K83)b 56.846 59.263 116.098 24.487 27.420 52.772
Andere hartziekte(n) (K84)b 55.971 41.572 96.749 27.111 20.344 47.495
Verhoogde bloeddruk (K85)a 80.458 102.604 182.943 68.215 87.568 154.798
Orthostatische hypotensie (K88)b 20.989 27.420 47.495 13.118 16.806 29.904
TIA (K89)b 85.706 88.452 174.148 26.236 27.420 54.531
Longembolie/longinfarct (K93)b 26.236 26.536 52.772 10.495 11.499 22.868
Thrombophlebitis/flebotrombose (K94)b 43.727 52.187 96.749 20.989 26.536 47.495
Varices benen (K95)b 44.602 116.757 161.834 27.985 71.646 100.267
Hemorroïden (K96)b 93.577 142.408 235.715 55.971 82.260 138.966
Andere ziekte(n) hartvaatstelsel (K99)b 76.086 48.649 124.894 35.856 22.998 59.808

ǂ Dit betreft het aantal personen met ergens in het jaar een openstaande ziekte-episode. Deze episode kan dus ook gestart zijn in het jaar ervoor.
ǂǂ Er wordt gerekend met het aantal nieuwe episodes. Bij niet-chronische aandoeningen kan een persoon meerdere malen in een jaar meetellen.
ǂǂǂ Aantallen zijn afgerond op 100-tallen. Hierdoor zal het totaalcijfer niet altijd exact het opgetelde cijfer van de mannen en vrouwen zijn.
a Na 16 weken zonder contact met de huisarts voor de deze klacht, wordt de aandoening als ‘genezen’ beschouwd en kan een persoon deze ziekte opnieuw krijgen.
b Na 1 jaar zonder contact met de huisarts voor de deze klacht, wordt de aandoening als ‘genezen’ beschouwd en kan een persoon deze ziekte opnieuw krijgen.
c Vanwege lage aantallen (<0.1%) wordt een standaard waarde ingevuld van 787 bij mannen en 796 bij vrouwen, wat overeenkomt met 0.09%. Deze berekende incidentie en prevalentie is een overschatting, exacte aantallen zijn onbekend vanwege privacy redenen.

 

Deze cijfers zijn gebaseerd op zogenaamde ziekte-episodes (oftewel de periode tussen de diagnosedatum en de (geschatte) datum van herstel). Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen acute en langdurige ziekte-episodes. Bij acute ziekte-episodes wordt iemand als hersteld beschouwd als deze de huisarts een aantal weken (afhankelijk van de aandoening; 4, 8 of 16 weken) niet voor de betreffende aandoening heeft bezocht, bij langdurige ziekte-episodes is dit 1 jaar. Bij chronische ziekte-episodes wordt iemand nooit als hersteld beschouwd.1

 

Incidentiecijfers 2018 en 2022

In de vergelijking 2018 met 2022 is te zien dat er een lichte daling is in de incidentiecijfers voor de meeste chronische hart- en vaatziekten, waaronder angina pectoris (2018 31.100 en 2022 27.250) en hypertensie zonder orgaanschade (2018 105.700 en 2022 101.151). Bij hartfalen is een lichte stijging zichtbaar in de incidentiecijfers (2018 37.600 en 2022 42.218). Deze stijging is het sterkst bij mannen met 15.3% (18.200 in 2018 en 20.989 in 2022), bij vrouwen was de stijging 9.4% (19.400 in 2018 en 21.228 in 2022). De incidentiecijfers voor chronische hart- en vaatziekten, gespecificeerd voor mannen en vrouwen in 2018 en 2022, staan in Figuur 1.

De incidentiecijfers voor niet-chronische hart en vaatziekten van 2018 en 2022 laten een stijging zien voor boezemfibrilleren van 117.800 in 2018 naar 125.578 in 2022. Deze stijging is het sterkst bij mannen met 9.1% (64.900 in 2018 en 70.838 in 2022), bij vrouwen was de stijging 3.7% (52.900 in 2018 en 54.480 in 2022). Dit kan deels door registratie zijn of progressie, zo is paroxysmaal boezemfibrilleren een niet-chronische aandoening en permanent of persisterend boezemfibrilleren wel. In de registratiecijfers die voor dit overzicht gebruikt zijn wordt boezemfibrilleren als niet-chronisch aangemerkt. Bij de incidentie van een hartinfarct was een lichte daling zichtbaar, van 70.300 in 2018 naar 67.570. Bij de incidentie van een verhoogde bloeddruk en spataderen was een sterke daling zichtbaar, respectievelijk 8.5% en 10.9%. De incidentiecijfers voor niet-chronische hart- en vaatziekten, gespecificeerd voor mannen en vrouwen in 2018 en 2022, staan in Figuur 2.

 

2024_fig_1_incidentie_hvz_chronisch_r.png

 

2024_fig_2a_incidentie_hvz_niet_chronisch_r.png

 

2024_fig_2b_incidentie_hvz_niet_chronisch_r.png

Achtergrond registratiecijfers huisartsendata

In dit artikel is een weergave gegeven van het aantal personen met hart- en vaatziekten op basis van gegevens van de huisartsenregistratie van Nivel Zorgregistraties eerste lijn. 

Voor een groot aantal aandoeningen zijn gegevens uit elektronische patiëntendossiers van huisartsen een goede gegevensbron voor het schatten van morbiditeitscijfers. De populatie is representatief, de huisarts heeft een goed overzicht van de gezondheidsproblemen van zijn patiënten en codeert dit op een uniforme wijze met de ICPC-1 methodiek. In tegenstelling tot vele andere landen, hebben we in Nederland ook de beschikking over een goede noemer, omdat iedereen bij een huisarts staat ingeschreven, inclusief mensen die niet frequent de huisarts bezoeken. Toch resulteren deze kenmerken van onze huisartsenzorg niet vanzelfsprekend tot valide schattingen van morbiditeit. De huisarts registreert gegevens voor de zorg en niet voor onderzoek, waardoor de ‘ruwe, geregistreerde gegevens’ vaak bewerkt moeten worden voordat ermee gerekend kan worden. De ontwikkeling van het algoritme om ziekte-episodes te construeren4 heeft ervoor gezorgd dat er gebruik gemaakt kan worden van een geschatte diagnosedatum waardoor er preciezer geschat kan worden of het nieuwe of al bestaande gevallen van een ziekte betreft. 

Ondanks de ontwikkeling van dit algoritme, zijn er factoren die de validiteit van morbiditeitscijfers kunnen beïnvloeden. Zo is de huisarts bij sommige aandoeningen afhankelijk van de diagnose van de ziekenhuisspecialist. Omdat de registratiesystemen van huisartsen en ziekenhuizen niet op elkaar aansluiten, is het aan de huisarts om, op basis van de brief van de ziekenhuisspecialist, handmatig informatie aan zijn dossier toe te voegen. Het is de vraag of dit altijd gebeurt en dan op de juiste wijze. Daarnaast werkt de huisarts vaak met een waarschijnlijkheidsdiagnose, die na het bezoek van een patiënt in het dossier geregistreerd wordt. Het is aannemelijk dat deze diagnose soms ten onrechte in het dossier blijft staan als er later in het ziektebeloop toch sprake blijkt te zijn van een andere verklaring voor de klachten. Dit soort voorbeelden zorgen ervoor dat het gebruik van huisartsenregistraties voor morbiditeitsschattingen zowel tot overschattingen als onderschattingen kan leiden. Op basis van lopend onderzoek, waar gegevens uit de huisartsenpraktijk aan gegevensbronnen uit de tweede lijn worden gekoppeld, zal duidelijk moeten worden voor welke aandoeningen huisartsenregistraties voldoende zijn voor het schatten van goede morbiditeitscijfers, waar verschillende bronnen gecombineerd moeten gaan worden, of waar zelfs naar alternatieve bronnen gezocht moet worden.

 

Referenties
1. Heins M, Bes J, Weesie Y, Davids R, Winckers M, et al. Zorg door de huisarts - Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn: Jaarcijfers 2022 en trendcijfers 2018-2022. Utrecht: Nivel, 2023. 175p.
2.  Nielen MMJ, Hek K, Schermer TRJ. Incidentie en prevalentie van gezondheidsproblemen in de Nederlandse huisartsenpraktijk in 2018. Uit: Nivel Zorgregistraties eerste lijn [internet]. 2019 [Laatst gewijzigd op 02-07-2019; geraadpleegd op 08-08-2019]. URL: www.nivel.nl/nl/nivel-zorgregistraties-eerste-lijn/incidenties-en-prevalenties
3. Lamberts H, Wood M. International Classification of Primary Care. Oxford: Oxford University Press, 1987.
4. Nielen MMJ, Spronk I, Davids R, Korevaar JC, Poos R, et al. Estimating Morbidity Rates Based on Routine Electronic Health Records in Primary Care: Observational Study. JMIR Med Inform. 2019;7(3):e11929.
5. Spronk I, Korevaar JC, Poos R, Davids R, Hilderink H, et al. Calculating incidence rates and prevalence proportions: not as simple as it seems. BMC Public Health. 2019;19(1):512.

 

Bijlage 

Bijlage 1. Chronische hart- en vaatziekten: aantal nieuwe gevallen (incidentie) in Nederland naar leeftijd en geslacht op basis van NIVEL Zorgregistraties Eerste Lijn in 2022
  Man   Vrouw   Totaal  
  Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Aangeboren afwijking(en)
hartvaatstelsel (K73)
           
Totaal 1749 0,2 1769 0,2 3518 0,2
0-4 jaar 620 1,4 337 0,8 951 1,1
5-9 jaar 92 0,2 44 0,1 179 0,2
10-14 jaar 98 0,2 42 0,09 95 0,1
15-19 jaar 47 0,09 45 0,09 92 0,09
20-24 jaar 52 0,09 223 0,4 227 0,2
25-29 jaar 52 0,09 56 0,1 102 0,09
30-34 jaar 58 0,1 113 0,2 115 0,1
35-39 jaar 54 0,1 48 0,09 96 0,09
40-44 jaar 52 0,1 157 0,3 209 0,2
45-49 jaar 108 0,2 110 0,2 218 0,2
50-54 jaar 128 0,2 64 0,1 257 0,2
55-59 jaar 127 0,2 63 0,1 127 0,1
60-64 jaar 58 0,1 116 0,2 232 0,2
65-69 jaar 100 0,2 103 0,2 203 0,2
70-74 jaar 92 0,2 43 0,09 94 0,1
75-79 jaar 30 0,09 75 0,2 71 0,1
80-84 jaar 40 0,2 23 0,09 46 0,1
85 jaar en ouder 13 0,09 23 0,09 36 0,09
  Man   Vrouw   Totaal  
Angina pectoris (K74) Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Totaal 14867 1,7 12383 1,4 26386 1,5
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 44 0,09 42 0,09 86 0,09
15-19 jaar 47 0,09 45 0,09 92 0,09
20-24 jaar 52 0,09 50 0,09 102 0,09
25-29 jaar 52 0,09 50 0,09 102 0,09
30-34 jaar 58 0,1 51 0,09 103 0,09
35-39 jaar 108 0,2 53 0,1 214 0,2
40-44 jaar 209 0,4 209 0,4 418 0,4
45-49 jaar 595 1,1 548 1 1197 1,1
50-54 jaar 1156 1,8 641 1 1796 1,4
55-59 jaar 1779 2,8 1135 1,8 2911 2,3
60-64 jaar 2192 3,8 1454 2,5 3591 3,1
65-69 jaar 2210 4,4 1905 3,7 4171 4,1
70-74 jaar 2527 5,5 1735 3,6 4331 4,6
75-79 jaar 1790 5,3 1616 4,3 3354 4,7
80-84 jaar 1026 5,1 1256 4,9 2288 5
85 jaar en ouder 1139 8,2 1309 5,1 2453 6,2
  Man   Vrouw   Totaal  
Andere/chronische ischemische
hartziekte (K76)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Totaal 6122 0,7 3538 0,4 8795 0,5
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 44 0,09 42 0,09 86 0,09
15-19 jaar 47 0,09 45 0,09 92 0,09
20-24 jaar 52 0,09 50 0,09 102 0,09
25-29 jaar 52 0,09 50 0,09 102 0,09
30-34 jaar 52 0,09 51 0,09 103 0,09
35-39 jaar 49 0,09 48 0,09 96 0,09
40-44 jaar 47 0,09 47 0,09 94 0,09
45-49 jaar 162 0,3 110 0,2 327 0,3
50-54 jaar 514 0,8 192 0,3 770 0,6
55-59 jaar 699 1,1 315 0,5 1012 0,8
60-64 jaar 981 1,7 465 0,8 1390 1,2
65-69 jaar 1005 2 412 0,8 1424 1,4
70-74 jaar 873 1,9 675 1,4 1506 1,6
75-79 jaar 878 2,6 489 1,3 1356 1,9
80-84 jaar 463 2,3 359 1,4 824 1,8
85 jaar en ouder 292 2,1 180 0,7 475 1,2
  Man   Vrouw   Totaal  
Decompensatio cordis (K77) Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Totaal 20989 2,4 21228 2,4 42218 2,4
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 44 0,09 42 0,09 86 0,09
15-19 jaar 47 0,09 45 0,09 92 0,09
20-24 jaar 52 0,09 50 0,09 102 0,09
25-29 jaar 52 0,09 50 0,09 102 0,09
30-34 jaar 52 0,09 51 0,09 103 0,09
35-39 jaar 54 0,1 48 0,09 96 0,09
40-44 jaar 104 0,2 105 0,2 209 0,2
45-49 jaar 270 0,5 164 0,3 435 0,4
50-54 jaar 514 0,8 256 0,4 770 0,6
55-59 jaar 889 1,4 504 0,8 1392 1,1
60-64 jaar 1269 2,2 756 1,3 1969 1,7
65-69 jaar 1507 3 1236 2,4 2747 2,7
70-74 jaar 3125 6,8 2410 5 5554 5,9
75-79 jaar 3715 11 3195 8,5 6922 9,7
80-84 jaar 3804 18,9 3793 14,8 7595 16,6
85 jaar en ouder 5336 38,4 8417 32,8 13726 34,7
  Man   Vrouw   Totaal  
Cor pulmonale (K82) Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Totaal 787 0,09 796 0,09 1583 0,09
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 44 0,09 42 0,09 86 0,09
15-19 jaar 47 0,09 45 0,09 92 0,09
20-24 jaar 52 0,09 50 0,09 102 0,09
25-29 jaar 52 0,09 50 0,09 102 0,09
30-34 jaar 52 0,09 51 0,09 103 0,09
35-39 jaar 49 0,09 48 0,09 96 0,09
40-44 jaar 47 0,09 47 0,09 94 0,09
45-49 jaar 49 0,09 49 0,09 98 0,09
50-54 jaar 58 0,09 58 0,09 115 0,09
55-59 jaar 57 0,09 57 0,09 114 0,09
60-64 jaar 52 0,09 52 0,09 104 0,09
65-69 jaar 50 0,1 103 0,2 203 0,2
70-74 jaar 138 0,3 43 0,09 188 0,2
75-79 jaar 101 0,3 113 0,3 214 0,3
80-84 jaar 60 0,3 128 0,5 183 0,4
85 jaar en ouder 69 0,5 128 0,5 198 0,5
  Man   Vrouw   Totaal  
Essentiele hypertensie zonder
orgaanbeschadiging (K86)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Totaal 49849 5,7 51302 5,8 100267 5,7
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 44 0,09 42 0,09 86 0,09
15-19 jaar 157 0,3 150 0,3 308 0,3
20-24 jaar 287 0,5 279 0,5 566 0,5
25-29 jaar 635 1,1 725 1,3 1361 1,2
30-34 jaar 1049 1,8 1357 2,4 2412 2,1
35-39 jaar 1675 3,1 1648 3,1 3323 3,1
40-44 jaar 2607 5 2457 4,7 5116 4,9
45-49 jaar 4165 7,7 4106 7,5 8272 7,6
50-54 jaar 6487 10,1 5703 8,9 12189 9,5
55-59 jaar 7559 11,9 5799 9,2 13414 10,6
60-64 jaar 7154 12,4 6164 10,6 13323 11,5
65-69 jaar 6028 12 6077 11,8 12106 11,9
70-74 jaar 4733 10,3 5976 12,4 10732 11,4
75-79 jaar 3715 11 5299 14,1 8991 12,6
80-84 jaar 1972 9,8 2870 11,2 4850 10,6
85 jaar en ouder 1167 8,4 2438 9,5 3600 9,1
  Man   Vrouw   Totaal  
Hypertensie met orgaanbeschadiging/
secundaire hypertensie (K87)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Totaal 6996 0,8 6192 0,7 12313 0,7
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 44 0,09 42 0,09 86 0,09
15-19 jaar 47 0,09 45 0,09 92 0,09
20-24 jaar 57 0,1 50 0,09 102 0,09
25-29 jaar 58 0,1 50 0,09 102 0,09
30-34 jaar 52 0,09 51 0,09 103 0,09
35-39 jaar 108 0,2 106 0,2 214 0,2
40-44 jaar 209 0,4 105 0,2 313 0,3
45-49 jaar 216 0,4 274 0,5 435 0,4
50-54 jaar 578 0,9 384 0,6 898 0,7
55-59 jaar 635 1 441 0,7 1139 0,9
60-64 jaar 750 1,3 582 1 1390 1,2
65-69 jaar 954 1,9 618 1,2 1526 1,5
70-74 jaar 1149 2,5 578 1,2 1695 1,8
75-79 jaar 777 2,3 977 2,6 1713 2,4
80-84 jaar 523 2,6 794 3,1 1327 2,9
85 jaar en ouder 542 3,9 873 3,4 1424 3,6
  Man   Vrouw   Totaal  
Cerebrovasculair accident (CVA) (K90) Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Totaal 19240 2,2 19459 2,2 38699 2,2
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 44 0,09 42 0,09 86 0,09
15-19 jaar 47 0,09 45 0,09 92 0,09
20-24 jaar 52 0,09 50 0,09 102 0,09
25-29 jaar 52 0,09 112 0,2 113 0,1
30-34 jaar 117 0,2 113 0,2 230 0,2
35-39 jaar 216 0,4 160 0,3 429 0,4
40-44 jaar 365 0,7 314 0,6 731 0,7
45-49 jaar 595 1,1 493 0,9 1088 1
50-54 jaar 1156 1,8 897 1,4 2053 1,6
55-59 jaar 1524 2,4 1135 1,8 2658 2,1
60-64 jaar 2135 3,7 1454 2,5 3591 3,1
65-69 jaar 2261 4,5 1751 3,4 3968 3,9
70-74 jaar 3079 6,7 2892 6 5931 6,3
75-79 jaar 3107 9,2 3007 8 6066 8,5
80-84 jaar 2375 11,8 2999 11,7 5353 11,7
85 jaar en ouder 2195 15,8 4414 17,2 6606 16,7
  Man   Vrouw   Totaal  
Atherosclerose (K91) Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Totaal 5247 0,6 3538 0,4 8795 0,5
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 44 0,09 42 0,09 86 0,09
15-19 jaar 47 0,09 45 0,09 92 0,09
20-24 jaar 52 0,09 50 0,09 102 0,09
25-29 jaar 52 0,09 50 0,09 102 0,09
30-34 jaar 52 0,09 51 0,09 103 0,09
35-39 jaar 49 0,09 48 0,09 96 0,09
40-44 jaar 104 0,2 47 0,09 104 0,1
45-49 jaar 325 0,6 55 0,1 435 0,4
50-54 jaar 450 0,7 256 0,4 770 0,6
55-59 jaar 699 1,1 441 0,7 1139 0,9
60-64 jaar 750 1,3 349 0,6 1158 1
65-69 jaar 754 1,5 618 1,2 1323 1,3
70-74 jaar 873 1,9 675 1,4 1506 1,6
75-79 jaar 642 1,9 526 1,4 1213 1,7
80-84 jaar 443 2,2 384 1,5 824 1,8
85 jaar en ouder 236 1,7 257 1 475 1,2
  Man   Vrouw   Totaal  
Andere ziekte(n)
perifere arteriën (K92)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Totaal 18365 2,1 17690 2 36940 2,1
0-4 jaar 177 0,4 84 0,2 259 0,3
5-9 jaar 229 0,5 131 0,3 358 0,4
10-14 jaar 195 0,4 279 0,6 477 0,5
15-19 jaar 315 0,6 501 1 820 0,8
20-24 jaar 287 0,5 670 1,2 906 0,8
25-29 jaar 404 0,7 725 1,3 1135 1
30-34 jaar 291 0,5 622 1,1 919 0,8
35-39 jaar 270 0,5 585 1,1 858 0,8
40-44 jaar 469 0,9 523 1 940 0,9
45-49 jaar 865 1,6 712 1,3 1633 1,5
50-54 jaar 1156 1,8 1025 1,6 2181 1,7
55-59 jaar 1779 2,8 1008 1,6 2784 2,2
60-64 jaar 2077 3,6 1570 2,7 3707 3,2
65-69 jaar 2512 5 2008 3,9 4476 4,4
70-74 jaar 2711 5,9 2169 4,5 4895 5,2
75-79 jaar 2398 7,1 2030 5,4 4424 6,2
80-84 jaar 1711 8,5 1640 6,4 3340 7,3
85 jaar en ouder 931 6,7 1283 5 2215 5,6

-  Er wordt gerekend met het aantal ziekte-episodes; dit is identiek aan het aantal personen
- Aantallen zijn afgerond op 100-tallen. Hierdoor zal het totaalcijfer niet altijd exact het opgetelde cijfer van de mannen en vrouwen zijn

 

Bijlage 2. Chronische hart- en vaatziekten: aantal bestaande gevallen (prevalentie) in Nederland naar leeftijd en geslacht op basis van NIVEL Zorgregistraties Eerste Lijn in 2022
  Man   Vrouw   Totaal  
  Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Aangeboren afwijking(en)
hartvaatstelsel (K73)
           
Totaal 40229 4,6 42457 4,8 82676 4,7
0-4 jaar 3011 6,8 2826 6,7 5880 6,8
5-9 jaar 3257 7,1 3182 7,3 6441 7,2
10-14 jaar 3417 7 3348 7,2 6768 7,1
15-19 jaar 3512 6,7 3107 6,2 6665 6,5
20-24 jaar 3392 5,9 3571 6,4 7024 6,2
25-29 jaar 2827 4,9 3122 5,6 5899 5,2
30-34 jaar 2682 4,6 3110 5,5 5742 5
35-39 jaar 2485 4,6 2552 4,8 5038 4,7
40-44 jaar 1929 3,7 2195 4,2 4072 3,9
45-49 jaar 1785 3,3 2026 3,7 3810 3,5
50-54 jaar 2505 3,9 2691 4,2 5261 4,1
55-59 jaar 2160 3,4 2584 4,1 4682 3,7
60-64 jaar 2019 3,5 2442 4,2 4402 3,8
65-69 jaar 1708 3,4 1802 3,5 3459 3,4
70-74 jaar 1838 4 1735 3,6 3577 3,8
75-79 jaar 1047 3,1 1128 3 2141 3
80-84 jaar 624 3,1 487 1,9 1098 2,4
85 jaar en ouder 347 2,5 667 2,6 989 2,5
  Man   Vrouw   Totaal  
Angina pectoris (K74) Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Totaal 234379 26,8 183980 20,8 418658 23,8
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 44 0,09 42 0,09 86 0,09
15-19 jaar 47 0,09 45 0,09 92 0,09
20-24 jaar 172 0,3 112 0,2 227 0,2
25-29 jaar 173 0,3 112 0,2 340 0,3
30-34 jaar 233 0,4 170 0,3 345 0,3
35-39 jaar 486 0,9 372 0,7 858 0,8
40-44 jaar 1199 2,3 993 1,9 2192 2,1
45-49 jaar 3678 6,8 2792 5,1 6422 5,9
50-54 jaar 9506 14,8 5511 8,6 15012 11,7
55-59 jaar 17150 27 10778 17,1 27967 22,1
60-64 jaar 25848 44,8 15643 26,9 41474 35,8
65-69 jaar 33758 67,2 22349 43,4 56054 55,1
70-74 jaar 43744 95,2 27518 57,1 71266 75,7
75-79 jaar 39551 117,1 29166 77,6 68720 96,3
80-84 jaar 30430 151,2 28396 110,8 58840 128,6
85 jaar en ouder 26817 193 39519 154 66376 167,8
  Man   Vrouw   Totaal  
Andere/chronische
ischemische hartziekte (K76)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Totaal 138178 15,8 64570 7,3 202293 11,5
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 44 0,09 42 0,09 86 0,09
15-19 jaar 47 0,09 45 0,09 92 0,09
20-24 jaar 52 0,09 50 0,09 102 0,09
25-29 jaar 115 0,2 56 0,1 227 0,2
30-34 jaar 175 0,3 113 0,2 230 0,2
35-39 jaar 270 0,5 160 0,3 429 0,4
40-44 jaar 678 1,3 261 0,5 940 0,9
45-49 jaar 1947 3,6 931 1,7 2939 2,7
50-54 jaar 5267 8,2 1986 3,1 7313 5,7
55-59 jaar 9718 15,3 4286 6,8 14047 11,1
60-64 jaar 14828 25,7 6106 10,5 20969 18,1
65-69 jaar 20647 41,1 7930 15,4 28587 28,1
70-74 jaar 26145 56,9 10313 21,4 36433 38,7
75-79 jaar 25061 74,2 10637 28,3 35752 50,1
80-84 jaar 17469 86,8 9816 38,3 27315 59,7
85 jaar en ouder 14770 106,3 11548 45 26384 66,7
  Man   Vrouw   Totaal  
Decompensatio cordis (K77) Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Totaal 117189 13,4 123833 14 240992 13,7
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 49 0,1 42 0,09 95 0,1
15-19 jaar 52 0,1 45 0,09 103 0,1
20-24 jaar 172 0,3 112 0,2 340 0,3
25-29 jaar 173 0,3 112 0,2 227 0,2
30-34 jaar 291 0,5 226 0,4 459 0,4
35-39 jaar 270 0,5 319 0,6 536 0,5
40-44 jaar 834 1,6 523 1 1357 1,3
45-49 jaar 1136 2,1 1040 1,9 2177 2
50-54 jaar 2826 4,4 2243 3,5 5132 4
55-59 jaar 5018 7,9 3215 5,1 8226 6,5
60-64 jaar 7327 12,7 5234 9 12512 10,8
65-69 jaar 10700 21,3 8033 15,6 18719 18,4
70-74 jaar 17645 38,4 12819 26,6 30502 32,4
75-79 jaar 20941 62 17966 47,8 38891 54,5
80-84 jaar 20850 103,6 22066 86,1 42917 93,8
85 jaar en ouder 27720 199,5 49014 191 76740 194
  Man   Vrouw   Totaal  
Cor pulmonale (K82) Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Totaal 4373 0,5 6192 0,7 10554 0,6
0-4 jaar 44 0,1 84 0,2 86 0,1
5-9 jaar 92 0,2 44 0,1 89 0,1
10-14 jaar 98 0,2 93 0,2 191 0,2
15-19 jaar 105 0,2 50 0,1 205 0,2
20-24 jaar 57 0,1 112 0,2 227 0,2
25-29 jaar 58 0,1 56 0,1 113 0,1
30-34 jaar 117 0,2 113 0,2 230 0,2
35-39 jaar 49 0,09 106 0,2 107 0,1
40-44 jaar 156 0,3 52 0,1 209 0,2
45-49 jaar 108 0,2 164 0,3 327 0,3
50-54 jaar 257 0,4 384 0,6 642 0,5
55-59 jaar 381 0,6 441 0,7 886 0,7
60-64 jaar 519 0,9 407 0,7 927 0,8
65-69 jaar 452 0,9 721 1,4 1119 1,1
70-74 jaar 735 1,6 723 1,5 1506 1,6
75-79 jaar 608 1,8 940 2,5 1570 2,2
80-84 jaar 423 2,1 820 3,2 1281 2,8
85 jaar en ouder 375 2,7 949 3,7 1345 3,4
  Man   Vrouw   Totaal  
Essentiele hypertensie zonder
orgaanbeschadiging (K86)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Totaal 1162273 132,9 1409041 159,3 2571756 146,2
0-4 jaar 89 0,2 38 0,09 173 0,2
5-9 jaar 321 0,7 174 0,4 447 0,5
10-14 jaar 342 0,7 279 0,6 572 0,6
15-19 jaar 786 1,5 802 1,6 1538 1,5
20-24 jaar 2127 3,7 2120 3,8 4192 3,7
25-29 jaar 3981 6,9 4907 8,8 8849 7,8
30-34 jaar 7520 12,9 9784 17,3 17342 15,1
35-39 jaar 13181 24,4 16697 31,4 29908 27,9
40-44 jaar 23772 45,6 26607 50,9 50427 48,3
45-49 jaar 43761 80,9 47361 86,5 91104 83,7
50-54 jaar 86323 134,4 93298 145,6 179630 140
55-59 jaar 126338 198,9 132176 209,7 258540 204,3
60-64 jaar 160685 278,5 163818 281,7 324495 280,1
65-69 jaar 176074 350,5 184254 357,8 360333 354,2
70-74 jaar 189497 412,4 212481 440,9 401988 427
75-79 jaar 156482 463,3 197246 524,8 353663 495,6
80-84 jaar 97931 486,6 150952 589 248810 543,8
85 jaar en ouder 70294 505,9 164236 640 234373 592,5
  Man   Vrouw   Totaal  
Hypertensie met orgaanbeschadiging/
secundaire hypertensie (K87)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Totaal 180157 20,6 153907 17,4 334223 19
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 146 0,3 93 0,2 286 0,3
15-19 jaar 105 0,2 100 0,2 205 0,2
20-24 jaar 172 0,3 167 0,3 340 0,3
25-29 jaar 346 0,6 335 0,6 681 0,6
30-34 jaar 466 0,8 509 0,9 919 0,8
35-39 jaar 972 1,8 1170 2,2 2144 2
40-44 jaar 1668 3,2 1307 2,5 2923 2,8
45-49 jaar 3137 5,8 2792 5,1 5878 5,4
50-54 jaar 7386 11,5 5383 8,4 12702 9,9
55-59 jaar 12386 19,5 8824 14 21134 16,7
60-64 jaar 18174 31,5 12561 21,6 30816 26,6
65-69 jaar 24665 49,1 16530 32,1 41201 40,5
70-74 jaar 33360 72,6 21879 45,4 55262 58,7
75-79 jaar 32121 95,1 25182 67 57302 80,3
80-84 jaar 23245 115,5 23629 92,2 46898 102,5
85 jaar en ouder 20648 148,6 33027 128,7 53718 135,8
  Man   Vrouw   Totaal  
Cerebrovasculair accident (CVA) (K90) Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Totaal 195024 22,3 180442 20,4 376440 21,4
0-4 jaar 133 0,3 211 0,5 346 0,4
5-9 jaar 321 0,7 262 0,6 537 0,6
10-14 jaar 391 0,8 279 0,6 667 0,7
15-19 jaar 367 0,7 301 0,6 615 0,6
20-24 jaar 402 0,7 558 1 1020 0,9
25-29 jaar 750 1,3 613 1,1 1361 1,2
30-34 jaar 1108 1,9 1131 2 2297 2
35-39 jaar 1621 3 1595 3 3216 3
40-44 jaar 2346 4,5 2771 5,3 5116 4,9
45-49 jaar 4273 7,9 4325 7,9 8599 7,9
50-54 jaar 9249 14,4 8587 13,4 17835 13,9
55-59 jaar 14038 22,1 12606 20 26702 21,1
60-64 jaar 20540 35,6 15352 26,4 35913 31
65-69 jaar 25017 49,8 19054 37 44050 43,3
70-74 jaar 32349 70,4 24530 50,9 56862 60,4
75-79 jaar 33674 99,7 26948 71,7 60656 85
80-84 jaar 25338 125,9 24526 95,7 49872 109
85 jaar en ouder 22357 160,9 36106 140,7 58465 147,8
  Man   Vrouw   Totaal  
Atherosclerose (K91) Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Totaal 127684 14,6 111450 12,6 239233 13,6
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 44 0,09 42 0,09 86 0,09
15-19 jaar 47 0,09 45 0,09 92 0,09
20-24 jaar 57 0,1 50 0,09 102 0,09
25-29 jaar 58 0,1 56 0,1 113 0,1
30-34 jaar 350 0,6 170 0,3 459 0,4
35-39 jaar 486 0,9 372 0,7 858 0,8
40-44 jaar 938 1,8 575 1,1 1566 1,5
45-49 jaar 2056 3,8 1697 3,1 3701 3,4
50-54 jaar 5138 8 4293 6,7 9366 7,3
55-59 jaar 9909 15,6 7059 11,2 16958 13,4
60-64 jaar 13443 23,3 9828 16,9 23286 20,1
65-69 jaar 18637 37,1 12823 24,9 31435 30,9
70-74 jaar 25043 54,5 20434 42,4 45471 48,3
75-79 jaar 22630 67 20597 54,8 43244 60,6
80-84 jaar 15879 78,9 15941 62,2 31845 69,6
85 jaar en ouder 12005 86,4 17399 67,8 29430 74,4
  Man   Vrouw   Totaal  
Andere ziekte(n) perifere arteriën (K92) Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Absoluut Relatief
(per 1000 personen)
Totaal 219511 25,1 222899 25,2 443285 25,2
0-4 jaar 576 1,3 380 0,9 951 1,1
5-9 jaar 826 1,8 741 1,7 1610 1,8
10-14 jaar 1172 2,4 1163 2,5 2288 2,4
15-19 jaar 2621 5 3608 7,2 6255 6,1
20-24 jaar 3680 6,4 6639 11,9 10309 9,1
25-29 jaar 4615 8 7416 13,3 12026 10,6
30-34 jaar 3906 6,7 7917 14 11829 10,3
35-39 jaar 3944 7,3 7817 14,7 11792 11
40-44 jaar 4379 8,4 8521 16,3 12842 12,3
45-49 jaar 6437 11,9 10075 18,4 16545 15,2
50-54 jaar 10790 16,8 13585 21,2 24378 19
55-59 jaar 16769 26,4 15821 25,1 32523 25,7
60-64 jaar 22386 38,8 18260 31,4 40663 35,1
65-69 jaar 28885 57,5 23070 44,8 51985 51,1
70-74 jaar 35795 77,9 26554 55,1 62322 66,2
75-79 jaar 31952 94,6 25558 68 57517 80,6
80-84 jaar 22561 112,1 21887 85,4 44473 97,2
85 jaar en ouder 17688 127,3 23814 92,8 41535 105

-       Er wordt gerekend met het aantal ziekte-episodes; dit is identiek aan het aantal personen
-       Aantallen zijn afgerond op 100-tallen. Hierdoor zal het totaalcijfer niet altijd exact het opgetelde cijfer van de mannen en vrouwen zijn

 

 

Bijlage 3. Niet-chronische hart- en vaatziekten: aantal nieuwe (incidentie) door de huisarts geregistreerde ziekte-episodes naar leeftijd en geslacht op basis van NIVEL Zorgregistraties Eerste Lijn in 2022
  Man   Vrouw   Totaal  
Infectieziekte hartvaatstelsel (K70) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 6122 0,7 2654 0,3 8795 0,5
0-4 jaar 44 0,1 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 44 0,09 42 0,09 86 0,09
15-19 jaar 52 0,1 50 0,1 103 0,1
20-24 jaar 230 0,4 112 0,2 340 0,3
25-29 jaar 288 0,5 112 0,2 454 0,4
30-34 jaar 350 0,6 57 0,1 459 0,4
35-39 jaar 378 0,7 106 0,2 429 0,4
40-44 jaar 313 0,6 105 0,2 418 0,4
45-49 jaar 162 0,3 164 0,3 327 0,3
50-54 jaar 642 1 256 0,4 898 0,7
55-59 jaar 508 0,8 252 0,4 759 0,6
60-64 jaar 462 0,8 291 0,5 811 0,7
65-69 jaar 653 1,3 360 0,7 1017 1
70-74 jaar 551 1,2 241 0,5 847 0,9
75-79 jaar 608 1,8 301 0,8 928 1,3
80-84 jaar 322 1,6 205 0,8 549 1,2
85 jaar en ouder 125 0,9 128 0,5 277 0,7
  Man   Vrouw   Totaal  

Acuut reuma/reumatische
hartziekte (K71)

Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 787 0,09 796 0,09 1583 0,09
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 44 0,09 42 0,09 86 0,09
15-19 jaar 47 0,09 45 0,09 92 0,09
20-24 jaar 57 0,1 50 0,09 102 0,09
25-29 jaar 52 0,09 50 0,09 102 0,09
30-34 jaar 52 0,09 51 0,09 103 0,09
35-39 jaar 49 0,09 48 0,09 96 0,09
40-44 jaar 47 0,09 47 0,09 94 0,09
45-49 jaar 54 0,1 55 0,1 109 0,1
50-54 jaar 58 0,09 58 0,09 115 0,09
55-59 jaar 64 0,1 57 0,09 114 0,09
60-64 jaar 52 0,09 174 0,3 232 0,2
65-69 jaar 50 0,1 103 0,2 203 0,2
70-74 jaar 46 0,1 145 0,3 188 0,2
75-79 jaar 68 0,2 113 0,3 214 0,3
80-84 jaar 81 0,4 51 0,2 92 0,2
85 jaar en ouder 28 0,2 26 0,1 79 0,2
  Man   Vrouw   Totaal  
Neoplasma hartvaatstelsel
(K72)
Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 787 0,09 796 0,09 1583 0,09
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 44 0,09 42 0,09 86 0,09
15-19 jaar 47 0,09 45 0,09 92 0,09
20-24 jaar 52 0,09 50 0,09 102 0,09
25-29 jaar 52 0,09 50 0,09 102 0,09
30-34 jaar 52 0,09 51 0,09 103 0,09
35-39 jaar 49 0,09 48 0,09 96 0,09
40-44 jaar 47 0,09 47 0,09 94 0,09
45-49 jaar 49 0,09 49 0,09 98 0,09
50-54 jaar 58 0,09 58 0,09 115 0,09
55-59 jaar 57 0,09 57 0,09 114 0,09
60-64 jaar 52 0,09 52 0,09 104 0,09
65-69 jaar 45 0,09 46 0,09 92 0,09
70-74 jaar 41 0,09 43 0,09 85 0,09
75-79 jaar 30 0,09 34 0,09 64 0,09
80-84 jaar 18 0,09 23 0,09 41 0,09
85 jaar en ouder 13 0,09 51 0,2 40 0,1
  Man   Vrouw   Totaal  
Acuut myocardinfarct (K75) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 47226 5,4 20344 2,3 68604 3,9
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 44 0,09 42 0,09 86 0,09
15-19 jaar 47 0,09 45 0,09 92 0,09
20-24 jaar 52 0,09 50 0,09 102 0,09
25-29 jaar 52 0,09 50 0,09 102 0,09
30-34 jaar 117 0,2 51 0,09 115 0,1
35-39 jaar 324 0,6 53 0,1 322 0,3
40-44 jaar 573 1,1 209 0,4 731 0,7
45-49 jaar 1406 2,6 438 0,8 1850 1,7
50-54 jaar 3276 5,1 1153 1,8 4362 3,4
55-59 jaar 5145 8,1 1765 2,8 6960 5,5
60-64 jaar 6520 11,3 2326 4 8805 7,6
65-69 jaar 7284 14,5 2729 5,3 10071 9,9
70-74 jaar 8179 17,8 2892 6 11015 11,7
75-79 jaar 6654 19,7 3120 8,3 9776 13,7
80-84 jaar 4106 20,4 2614 10,2 6726 14,7
85 jaar en ouder 3502 25,2 3259 12,7 6764 17,1
  Man   Vrouw   Totaal  
Ectopische slagen/
extrasystolen (K80)
Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 6996 0,8 7961 0,9 15832 0,9
0-4 jaar 44 0,1 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 44 0,09 42 0,09 86 0,09
15-19 jaar 105 0,2 100 0,2 205 0,2
20-24 jaar 172 0,3 223 0,4 340 0,3
25-29 jaar 231 0,4 167 0,3 340 0,3
30-34 jaar 175 0,3 339 0,6 459 0,4
35-39 jaar 216 0,4 425 0,8 643 0,6
40-44 jaar 261 0,5 366 0,7 626 0,6
45-49 jaar 216 0,4 383 0,7 653 0,6
50-54 jaar 578 0,9 577 0,9 1155 0,9
55-59 jaar 635 1 630 1 1265 1
60-64 jaar 865 1,5 814 1,4 1622 1,4
65-69 jaar 1005 2 978 1,9 1933 1,9
70-74 jaar 1011 2,2 1108 2,3 2071 2,2
75-79 jaar 878 2,6 789 2,1 1713 2,4
80-84 jaar 624 3,1 564 2,2 1190 2,6
85 jaar en ouder 361 2,6 565 2,2 949 2,4
  Man   Vrouw   Totaal  
Hartgeruis (K81) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 8745 1 11499 1,3 19350 1,1
0-4 jaar 2967 6,7 2489 5,9 5447 6,3
5-9 jaar 550 1,2 480 1,1 984 1,1
10-14 jaar 293 0,6 465 1 763 0,8
15-19 jaar 210 0,4 301 0,6 513 0,5
20-24 jaar 115 0,2 391 0,7 566 0,5
25-29 jaar 173 0,3 223 0,4 340 0,3
30-34 jaar 175 0,3 283 0,5 459 0,4
35-39 jaar 108 0,2 213 0,4 322 0,3
40-44 jaar 156 0,3 261 0,5 418 0,4
45-49 jaar 162 0,3 383 0,7 544 0,5
50-54 jaar 193 0,3 577 0,9 770 0,6
55-59 jaar 254 0,4 567 0,9 886 0,7
60-64 jaar 519 0,9 640 1,1 1158 1
65-69 jaar 703 1,4 772 1,5 1424 1,4
70-74 jaar 781 1,7 964 2 1695 1,8
75-79 jaar 642 1,9 977 2,6 1641 2,3
80-84 jaar 403 2 743 2,9 1144 2,5
85 jaar en ouder 292 2,1 667 2,6 949 2,4
  Man   Vrouw   Totaal  
Niet-reumatische
klepaandoening (K83)
Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 24487 2,8 27420 3,1 52772 3
0-4 jaar 133 0,3 84 0,2 173 0,2
5-9 jaar 138 0,3 87 0,2 268 0,3
10-14 jaar 195 0,4 93 0,2 286 0,3
15-19 jaar 157 0,3 200 0,4 308 0,3
20-24 jaar 230 0,4 279 0,5 453 0,4
25-29 jaar 346 0,6 335 0,6 681 0,6
30-34 jaar 408 0,7 339 0,6 689 0,6
35-39 jaar 216 0,4 372 0,7 643 0,6
40-44 jaar 313 0,6 627 1,2 940 0,9
45-49 jaar 541 1 657 1,2 1197 1,1
50-54 jaar 771 1,2 961 1,5 1668 1,3
55-59 jaar 1651 2,6 1450 2,3 3164 2,5
60-64 jaar 2077 3,6 2152 3,7 4171 3,6
65-69 jaar 3115 6,2 2678 5,2 5799 5,7
70-74 jaar 4273 9,3 3759 7,8 8002 8,5
75-79 jaar 4087 12,1 4247 11,3 8349 11,7
80-84 jaar 3482 17,3 4331 16,9 7824 17,1
85 jaar en ouder 2654 19,1 4619 18 7278 18,4
  Man   Vrouw   Totaal  
Andere hartziekte(n) (K84) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 27111 3,1 20344 2,3 47495 2,7
0-4 jaar 354 0,8 127 0,3 519 0,6
5-9 jaar 229 0,5 174 0,4 447 0,5
10-14 jaar 244 0,5 233 0,5 477 0,5
15-19 jaar 524 1 251 0,5 718 0,7
20-24 jaar 460 0,8 335 0,6 793 0,7
25-29 jaar 635 1,1 613 1,1 1248 1,1
30-34 jaar 641 1,1 452 0,8 1148 1
35-39 jaar 756 1,4 638 1,2 1394 1,3
40-44 jaar 834 1,6 627 1,2 1462 1,4
45-49 jaar 1244 2,3 986 1,8 2177 2
50-54 jaar 1734 2,7 1410 2,2 3079 2,4
55-59 jaar 2414 3,8 1513 2,4 3923 3,1
60-64 jaar 2769 4,8 1861 3,2 4634 4
65-69 jaar 3014 6 2008 3,9 4985 4,9
70-74 jaar 3814 8,3 2410 5 6213 6,6
75-79 jaar 2972 8,8 2255 6 5209 7,3
80-84 jaar 2616 13 2102 8,2 4713 10,3
85 jaar en ouder 2112 15,2 2207 8,6 4312 10,9
  Man   Vrouw   Totaal  
Verhoogde bloeddruk (K85) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 68215 7,8 87568 9,9 154798 8,8
0-4 jaar 40 0,09 42 0,1 78 0,09
5-9 jaar 46 0,1 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 98 0,2 93 0,2 191 0,2
15-19 jaar 472 0,9 251 0,5 718 0,7
20-24 jaar 862 1,5 614 1,1 1473 1,3
25-29 jaar 1096 1,9 1338 2,4 2382 2,1
30-34 jaar 1457 2,5 2149 3,8 3560 3,1
35-39 jaar 2269 4,2 2712 5,1 5038 4,7
40-44 jaar 3441 6,6 3607 6,9 6995 6,7
45-49 jaar 5355 9,9 6844 12,5 12191 11,2
50-54 jaar 8285 12,9 10060 15,7 18348 14,3
55-59 jaar 9972 15,7 11030 17,5 21007 16,6
60-64 jaar 10212 17,7 11514 19,8 21780 18,8
65-69 jaar 7887 15,7 10557 20,5 18413 18,1
70-74 jaar 6709 14,6 10120 21 16757 17,8
75-79 jaar 5201 15,4 7592 20,2 12774 17,9
80-84 jaar 3321 16,5 4639 18,1 7961 17,4
85 jaar en ouder 1473 10,6 4106 16 5577 14,1
  Man   Vrouw   Totaal  
Orthostatische hypotensie (K88) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 13118 1,5 16806 1,9 29904 1,7
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 342 0,7 884 1,9 1239 1,3
15-19 jaar 839 1,6 1704 3,4 2563 2,5
20-24 jaar 230 0,4 1060 1,9 1359 1,2
25-29 jaar 173 0,3 836 1,5 1021 0,9
30-34 jaar 175 0,3 792 1,4 919 0,8
35-39 jaar 162 0,3 638 1,2 750 0,7
40-44 jaar 261 0,5 575 1,1 835 0,8
45-49 jaar 162 0,3 602 1,1 762 0,7
50-54 jaar 385 0,6 641 1 1026 0,8
55-59 jaar 826 1,3 630 1 1519 1,2
60-64 jaar 923 1,6 872 1,5 1854 1,6
65-69 jaar 1256 2,5 824 1,6 2136 2,1
70-74 jaar 1700 3,7 1398 2,9 3107 3,3
75-79 jaar 2027 6 1428 3,8 3425 4,8
80-84 jaar 1872 9,3 1615 6,3 3477 7,6
85 jaar en ouder 1876 13,5 2130 8,3 4035 10,2
  Man   Vrouw   Totaal  
Passagère cerebrale
ischemie/TIA (K89)
Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 26236 3 27420 3,1 54531 3,1
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 44 0,09 42 0,09 86 0,09
15-19 jaar 47 0,09 45 0,09 92 0,09
20-24 jaar 52 0,09 50 0,09 102 0,09
25-29 jaar 52 0,09 50 0,09 102 0,09
30-34 jaar 117 0,2 113 0,2 230 0,2
35-39 jaar 162 0,3 106 0,2 322 0,3
40-44 jaar 313 0,6 366 0,7 626 0,6
45-49 jaar 595 1,1 493 0,9 1088 1
50-54 jaar 1477 2,3 1153 1,8 2694 2,1
55-59 jaar 1906 3 1765 2,8 3670 2,9
60-64 jaar 2827 4,9 2384 4,1 5213 4,5
65-69 jaar 3316 6,6 2935 5,7 6307 6,2
70-74 jaar 4090 8,9 4145 8,6 8190 8,7
75-79 jaar 4931 14,6 4322 11,5 9277 13
80-84 jaar 3663 18,2 3819 14,9 7504 16,4
85 jaar en ouder 3043 21,9 5569 21,7 8584 21,7
  Man   Vrouw   Totaal  
Longembolie/longinfarct (K93) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 10495 1,2 11499 1,3 22868 1,3
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 44 0,09 42 0,09 86 0,09
15-19 jaar 47 0,09 50 0,1 92 0,09
20-24 jaar 52 0,09 223 0,4 227 0,2
25-29 jaar 58 0,1 335 0,6 454 0,4
30-34 jaar 175 0,3 566 1 689 0,6
35-39 jaar 216 0,4 425 0,8 643 0,6
40-44 jaar 365 0,7 575 1,1 940 0,9
45-49 jaar 487 0,9 712 1,3 1197 1,1
50-54 jaar 835 1,3 961 1,5 1796 1,4
55-59 jaar 1334 2,1 756 1,2 2151 1,7
60-64 jaar 1500 2,6 1163 2 2665 2,3
65-69 jaar 1457 2,9 1184 2,3 2645 2,6
70-74 jaar 1654 3,6 1494 3,1 3107 3,3
75-79 jaar 1520 4,5 1090 2,9 2640 3,7
80-84 jaar 704 3,5 1000 3,9 1693 3,7
85 jaar en ouder 500 3,6 949 3,7 1464 3,7
  Man   Vrouw   Totaal  
Thrombophlebitis/
flebotrombose (K94)
Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 20989 2,4 26536 3 47495 2,7
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 44 0,09 42 0,09 86 0,09
15-19 jaar 105 0,2 251 0,5 308 0,3
20-24 jaar 172 0,3 335 0,6 566 0,5
25-29 jaar 288 0,5 725 1,3 1021 0,9
30-34 jaar 408 0,7 1074 1,9 1493 1,3
35-39 jaar 702 1,3 1223 2,3 1930 1,8
40-44 jaar 938 1,8 1673 3,2 2610 2,5
45-49 jaar 1298 2,4 2354 4,3 3592 3,3
50-54 jaar 2120 3,3 2435 3,8 4491 3,5
55-59 jaar 2668 4,2 2332 3,7 4935 3,9
60-64 jaar 2885 5 2152 3,7 5097 4,4
65-69 jaar 2512 5 2369 4,6 4883 4,8
70-74 jaar 2435 5,3 2843 5,9 5272 5,6
75-79 jaar 2229 6,6 2894 7,7 5138 7,2
80-84 jaar 1369 6,8 1768 6,9 3111 6,8
85 jaar en ouder 861 6,2 2233 8,7 3085 7,8
  Man   Vrouw   Totaal  
Varices benen (K95) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 27985 3,2 71646 8,1 100267 5,7
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 44 0,09 47 0,1 86 0,09
15-19 jaar 157 0,3 251 0,5 410 0,4
20-24 jaar 345 0,6 1004 1,8 1359 1,2
25-29 jaar 750 1,3 2453 4,4 3177 2,8
30-34 jaar 1224 2,1 4298 7,6 5513 4,8
35-39 jaar 1513 2,8 5264 9,9 6753 6,3
40-44 jaar 1877 3,6 5489 10,5 7413 7,1
45-49 jaar 2110 3,9 6406 11,7 8490 7,8
50-54 jaar 2826 4,4 8074 12,6 10906 8,5
55-59 jaar 3049 4,8 7059 11,2 10124 8
60-64 jaar 3462 6 6397 11 9847 8,5
65-69 jaar 2914 5,8 5819 11,3 8749 8,6
70-74 jaar 2849 6,2 6506 13,5 9320 9,9
75-79 jaar 2634 7,8 5638 15 8278 11,6
80-84 jaar 1550 7,7 3588 14 5124 11,2
85 jaar en ouder 903 6,5 3387 13,2 4272 10,8
  Man   Vrouw   Totaal  
Hemorroïden (K96) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 55971 6,4 82260 9,3 138966 7,9
0-4 jaar 177 0,4 295 0,7 519 0,6
5-9 jaar 321 0,7 131 0,3 447 0,5
10-14 jaar 244 0,5 47 0,1 286 0,3
15-19 jaar 786 1,5 1052 2,1 1846 1,8
20-24 jaar 2127 3,7 3403 6,1 5551 4,9
25-29 jaar 3692 6,4 7193 12,9 10891 9,6
30-34 jaar 4430 7,6 9727 17,2 14126 12,3
35-39 jaar 4916 9,1 9412 17,7 14364 13,4
40-44 jaar 4796 9,2 7057 13,5 11902 11,4
45-49 jaar 5193 9,6 6625 12,1 11755 10,8
50-54 jaar 6166 9,6 6985 10,9 13216 10,3
55-59 jaar 6034 9,5 6492 10,3 12528 9,9
60-64 jaar 5077 8,8 5757 9,9 10774 9,3
65-69 jaar 4220 8,4 4583 8,9 8851 8,7
70-74 jaar 3492 7,6 4434 9,2 7908 8,4
75-79 jaar 2128 6,3 3721 9,9 5852 8,2
80-84 jaar 1409 7 2819 11 4255 9,3
85 jaar en ouder 1056 7,6 2900 11,3 3956 10
  Man   Vrouw   Totaal  
Andere ziekte(n)
hartvaatstelsel (K99)
Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 35856 4,1 22998 2,6 59808 3,4
0-4 jaar 133 0,3 38 0,09 173 0,2
5-9 jaar 92 0,2 44 0,1 179 0,2
10-14 jaar 146 0,3 47 0,1 191 0,2
15-19 jaar 315 0,6 150 0,3 513 0,5
20-24 jaar 460 0,8 112 0,2 566 0,5
25-29 jaar 635 1,1 112 0,2 681 0,6
30-34 jaar 525 0,9 339 0,6 804 0,7
35-39 jaar 702 1,3 372 0,7 1072 1
40-44 jaar 678 1,3 418 0,8 1044 1
45-49 jaar 920 1,7 821 1,5 1742 1,6
50-54 jaar 1413 2,2 1153 1,8 2566 2
55-59 jaar 2541 4 1639 2,6 4176 3,3
60-64 jaar 3635 6,3 2035 3,5 5677 4,9
65-69 jaar 4069 8,1 2987 5,8 7121 7
70-74 jaar 5606 12,2 3663 7,6 9320 9,9
75-79 jaar 6012 17,8 3270 8,7 9277 13
80-84 jaar 4568 22,7 2999 11,7 7595 16,6
85 jaar en ouder 3224 23,2 3028 11,8 6250 15,8

- Er wordt gerekend met het aantal nieuwe episodes. Bij niet-chronische aandoeningen kan een persoon meerdere malen in een jaar meetellen.
- Aantallen zijn afgerond op 100-tallen. Hierdoor zal het totaalcijfer niet altijd exact het opgetelde cijfer van de mannen en vrouwen zijn.

 

Bijlage 4 Niet-chronische hart- en vaatziekten: aantal bestaande gevallen (prevalentie) in Nederland naar leeftijd en geslacht op basis van NIVEL Zorgregistraties Eerste Lijn in 2022
  Man   Vrouw   Totaal  
Infectieziekte
hartvaatstelsel (K70)
Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 6996 0,8 3538 0,4 10554 0,6
0-4 jaar 44 0,1 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 44 0,09 42 0,09 86 0,09
15-19 jaar 52 0,1 50 0,1 103 0,1
20-24 jaar 287 0,5 112 0,2 453 0,4
25-29 jaar 288 0,5 112 0,2 340 0,3
30-34 jaar 408 0,7 57 0,1 459 0,4
35-39 jaar 378 0,7 106 0,2 536 0,5
40-44 jaar 313 0,6 105 0,2 418 0,4
45-49 jaar 216 0,4 164 0,3 327 0,3
50-54 jaar 642 1 320 0,5 898 0,7
55-59 jaar 635 1 315 0,5 886 0,7
60-64 jaar 519 0,9 349 0,6 927 0,8
65-69 jaar 804 1,6 412 0,8 1221 1,2
70-74 jaar 735 1,6 289 0,6 1036 1,1
75-79 jaar 777 2,3 338 0,9 1142 1,6
80-84 jaar 362 1,8 256 1 595 1,3
85 jaar en ouder 195 1,4 154 0,6 356 0,9
  Man   Vrouw   Totaal  
Acuut reuma/
reumatische hartziekte (K71)
Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 787 0,09 885 0,1 1759 0,1
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 44 0,09 42 0,09 86 0,09
15-19 jaar 47 0,09 45 0,09 92 0,09
20-24 jaar 57 0,1 56 0,1 113 0,1
25-29 jaar 52 0,09 50 0,09 102 0,09
30-34 jaar 52 0,09 51 0,09 103 0,09
35-39 jaar 108 0,2 48 0,09 96 0,09
40-44 jaar 47 0,09 47 0,09 94 0,09
45-49 jaar 54 0,1 55 0,1 109 0,1
50-54 jaar 58 0,09 64 0,1 115 0,09
55-59 jaar 127 0,2 57 0,09 127 0,1
60-64 jaar 52 0,09 174 0,3 232 0,2
65-69 jaar 100 0,2 154 0,3 203 0,2
70-74 jaar 46 0,1 145 0,3 188 0,2
75-79 jaar 68 0,2 113 0,3 214 0,3
80-84 jaar 60 0,3 77 0,3 137 0,3
85 jaar en ouder 28 0,2 77 0,3 119 0,3
  Man   Vrouw   Totaal  
Neoplasma
hartvaatstelsel (K72)
Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 787 0,09 796 0,09 1583 0,09
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 44 0,09 42 0,09 86 0,09
15-19 jaar 47 0,09 45 0,09 92 0,09
20-24 jaar 52 0,09 50 0,09 102 0,09
25-29 jaar 52 0,09 50 0,09 102 0,09
30-34 jaar 52 0,09 51 0,09 103 0,09
35-39 jaar 49 0,09 48 0,09 96 0,09
40-44 jaar 47 0,09 47 0,09 94 0,09
45-49 jaar 49 0,09 49 0,09 98 0,09
50-54 jaar 58 0,09 58 0,09 115 0,09
55-59 jaar 57 0,09 57 0,09 114 0,09
60-64 jaar 52 0,09 52 0,09 104 0,09
65-69 jaar 45 0,09 46 0,09 92 0,09
70-74 jaar 41 0,09 43 0,09 85 0,09
75-79 jaar 30 0,09 34 0,09 64 0,09
80-84 jaar 20 0,1 23 0,09 41 0,09
85 jaar en ouder 13 0,09 51 0,2 40 0,1
  Man   Vrouw   Totaal  
Acuut myocardinfarct (K75) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 181906 20,8 74300 8,4 256824 14,6
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 44 0,09 42 0,09 86 0,09
15-19 jaar 47 0,09 45 0,09 92 0,09
20-24 jaar 52 0,09 50 0,09 102 0,09
25-29 jaar 58 0,1 50 0,09 102 0,09
30-34 jaar 233 0,4 113 0,2 345 0,3
35-39 jaar 756 1,4 213 0,4 965 0,9
40-44 jaar 1720 3,3 680 1,3 2401 2,3
45-49 jaar 4598 8,5 1588 2,9 6204 5,7
50-54 jaar 10983 17,1 3588 5,6 14499 11,3
55-59 jaar 18611 29,3 6177 9,8 24677 19,5
60-64 jaar 24348 42,2 8316 14,3 32670 28,2
65-69 jaar 28634 57 9630 18,7 38251 37,6
70-74 jaar 31981 69,6 10651 22,1 42647 45,3
75-79 jaar 27054 80,1 11125 29,6 38178 53,5
80-84 jaar 18093 89,9 9816 38,3 27956 61,1
85 jaar en ouder 14131 101,7 12292 47,9 26503 67
  Man   Vrouw   Totaal  
Boezemfibrilleren/
-fladderen (K78)
Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 214264 24,5 170712 19,3 385236 21,9
0-4 jaar 44 0,1 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 44 0,09 42 0,09 86 0,09
15-19 jaar 47 0,09 45 0,09 92 0,09
20-24 jaar 230 0,4 56 0,1 340 0,3
25-29 jaar 288 0,5 56 0,1 340 0,3
30-34 jaar 408 0,7 113 0,2 574 0,5
35-39 jaar 918 1,7 319 0,6 1179 1,1
40-44 jaar 1460 2,8 784 1,5 2192 2,1
45-49 jaar 2651 4,9 931 1,7 3592 3,3
50-54 jaar 6551 10,2 2819 4,4 9366 7,3
55-59 jaar 11560 18,2 5484 8,7 17084 13,5
60-64 jaar 18405 31,9 9246 15,9 27688 23,9
65-69 jaar 26625 53 14934 29 41506 40,8
70-74 jaar 39425 85,8 24289 50,4 63734 67,7
75-79 jaar 41983 124,3 33676 89,6 75713 106,1
80-84 jaar 32865 163,3 32113 125,3 65016 142,1
85 jaar en ouder 28943 208,3 44780 174,5 73773 186,5
  Man   Vrouw   Totaal  
Paroxysmale
tachycardie (K79)
Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 22738 2,6 39803 4,5 63326 3,6
0-4 jaar 133 0,3 84 0,2 173 0,2
5-9 jaar 46 0,1 87 0,2 179 0,2
10-14 jaar 98 0,2 186 0,4 286 0,3
15-19 jaar 419 0,8 451 0,9 820 0,8
20-24 jaar 517 0,9 1172 2,1 1699 1,5
25-29 jaar 462 0,8 1282 2,3 1702 1,5
30-34 jaar 525 0,9 1074 1,9 1608 1,4
35-39 jaar 540 1 1436 2,7 1930 1,8
40-44 jaar 730 1,4 1934 3,7 2715 2,6
45-49 jaar 811 1,5 1916 3,5 2721 2,5
50-54 jaar 1413 2,2 2819 4,4 4234 3,3
55-59 jaar 2160 3,4 3341 5,3 5442 4,3
60-64 jaar 2423 4,2 3954 6,8 6372 5,5
65-69 jaar 3014 6 4223 8,2 7223 7,1
70-74 jaar 3216 7 5060 10,5 8285 8,8
75-79 jaar 2803 8,3 4623 12,3 7421 10,4
80-84 jaar 2013 10 3409 13,3 5445 11,9
85 jaar en ouder 1570 11,3 2643 10,3 4193 10,6
  Man   Vrouw   Totaal  
Ectopische slagen/
extrasystolen (K80)
Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 13993 1,6 16806 1,9 31663 1,8
0-4 jaar 89 0,2 84 0,2 173 0,2
5-9 jaar 92 0,2 39 0,09 89 0,1
10-14 jaar 44 0,09 47 0,1 86 0,09
15-19 jaar 157 0,3 150 0,3 308 0,3
20-24 jaar 345 0,6 335 0,6 680 0,6
25-29 jaar 346 0,6 335 0,6 681 0,6
30-34 jaar 350 0,6 622 1,1 919 0,8
35-39 jaar 432 0,8 638 1,2 1072 1
40-44 jaar 417 0,8 784 1,5 1253 1,2
45-49 jaar 595 1,1 767 1,4 1306 1,2
50-54 jaar 1028 1,6 1217 1,9 2310 1,8
55-59 jaar 1270 2 1387 2,2 2658 2,1
60-64 jaar 1616 2,8 1745 3 3360 2,9
65-69 jaar 1909 3,8 2008 3,9 3968 3,9
70-74 jaar 2068 4,5 2265 4,7 4331 4,6
75-79 jaar 1723 5,1 1879 5 3568 5
80-84 jaar 1187 5,9 1256 4,9 2471 5,4
85 jaar en ouder 736 5,3 1437 5,6 2176 5,5
  Man   Vrouw   Totaal  
Hartgeruis (K81) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 13118 1,5 18575 2,1 31663 1,8
0-4 jaar 4517 10,2 3754 8,9 8301 9,6
5-9 jaar 1055 2,3 741 1,7 1789 2
10-14 jaar 391 0,8 651 1,4 1049 1,1
15-19 jaar 419 0,8 551 1,1 923 0,9
20-24 jaar 172 0,3 558 1 793 0,7
25-29 jaar 173 0,3 502 0,9 681 0,6
30-34 jaar 291 0,5 396 0,7 689 0,6
35-39 jaar 162 0,3 319 0,6 536 0,5
40-44 jaar 156 0,3 418 0,8 626 0,6
45-49 jaar 162 0,3 548 1 762 0,7
50-54 jaar 385 0,6 833 1,3 1283 1
55-59 jaar 445 0,7 1008 1,6 1392 1,1
60-64 jaar 865 1,5 1163 2 1969 1,7
65-69 jaar 1005 2 1236 2,4 2238 2,2
70-74 jaar 1149 2,5 1542 3,2 2730 2,9
75-79 jaar 1047 3,1 1691 4,5 2712 3,8
80-84 jaar 644 3,2 1358 5,3 2013 4,4
85 jaar en ouder 445 3,2 1283 5 1740 4,4
  Man   Vrouw   Totaal  
Niet-reumatische
klepaandoening (K83)
Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 56846 6,5 59263 6,7 116098 6,6
0-4 jaar 177 0,4 211 0,5 432 0,5
5-9 jaar 229 0,5 174 0,4 358 0,4
10-14 jaar 244 0,5 233 0,5 477 0,5
15-19 jaar 315 0,6 301 0,6 615 0,6
20-24 jaar 345 0,6 502 0,9 906 0,8
25-29 jaar 519 0,9 558 1 1135 1
30-34 jaar 641 1,1 622 1,1 1263 1,1
35-39 jaar 540 1 638 1,2 1179 1,1
40-44 jaar 730 1,4 1150 2,2 1879 1,8
45-49 jaar 1244 2,3 1369 2,5 2612 2,4
50-54 jaar 2184 3,4 2115 3,3 4362 3,4
55-59 jaar 3494 5,5 3089 4,9 6581 5,2
60-64 jaar 4731 8,2 4361 7,5 9152 7,9
65-69 jaar 7133 14,2 5665 11 12818 12,6
70-74 jaar 9144 19,9 7759 16,1 16852 17,9
75-79 jaar 9795 29 9058 24,1 18839 26,4
80-84 jaar 8171 40,6 10072 39,3 18256 39,9
85 jaar en ouder 6572 47,3 11522 44,9 18077 45,7
  Man   Vrouw   Totaal  
Andere hartziekte(n) (K84) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 55971 6,4 41572 4,7 96749 5,5
0-4 jaar 531 1,2 295 0,7 865 1
5-9 jaar 367 0,8 305 0,7 716 0,8
10-14 jaar 488 1 372 0,8 858 0,9
15-19 jaar 786 1,5 551 1,1 1333 1,3
20-24 jaar 862 1,5 781 1,4 1586 1,4
25-29 jaar 1269 2,2 1115 2 2382 2,1
30-34 jaar 1282 2,2 1074 1,9 2297 2
35-39 jaar 1459 2,7 1170 2,2 2680 2,5
40-44 jaar 1564 3 1255 2,4 2819 2,7
45-49 jaar 2380 4,4 1916 3,5 4245 3,9
50-54 jaar 3468 5,4 2755 4,3 6159 4,8
55-59 jaar 5018 7,9 3152 5 8226 6,5
60-64 jaar 5712 9,9 3780 6,5 9500 8,2
65-69 jaar 5978 11,9 4017 7,8 10071 9,9
70-74 jaar 7582 16,5 4964 10,3 12521 13,3
75-79 jaar 6890 20,4 4961 13,2 11846 16,6
80-84 jaar 5535 27,5 4357 17 9883 21,6
85 jaar en ouder 4349 31,3 4927 19,2 9296 23,5
  Man   Vrouw   Totaal  
Verhoogde bloeddruk (K85) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 80458 9,2 102604 11,6 182943 10,4
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 46 0,1 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 98 0,2 93 0,2 191 0,2
15-19 jaar 524 1 251 0,5 820 0,8
20-24 jaar 977 1,7 725 1,3 1699 1,5
25-29 jaar 1269 2,2 1617 2,9 2950 2,6
30-34 jaar 1691 2,9 2432 4,3 4135 3,6
35-39 jaar 2701 5 3191 6 5896 5,5
40-44 jaar 3858 7,4 4548 8,7 8352 8
45-49 jaar 6329 11,7 7611 13,9 13932 12,8
50-54 jaar 9570 14,9 11598 18,1 21171 16,5
55-59 jaar 11687 18,4 12858 20,4 24551 19,4
60-64 jaar 12001 20,8 13259 22,8 25255 21,8
65-69 jaar 9444 18,8 12153 23,6 21567 21,2
70-74 jaar 8363 18,2 12096 25,1 20429 21,7
75-79 jaar 6282 18,6 9020 24 15343 21,5
80-84 jaar 4126 20,5 5741 22,4 9883 21,6
85 jaar en ouder 1931 13,9 4901 19,1 6843 17,3
  Man   Vrouw   Totaal  
Orthostatische
hypotensie (K88)
Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 20989 2,4 27420 3,1 47495 2,7
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 439 0,9 1116 2,4 1525 1,6
15-19 jaar 1206 2,3 2756 5,5 3999 3,9
20-24 jaar 402 0,7 1562 2,8 1926 1,7
25-29 jaar 346 0,6 1227 2,2 1588 1,4
30-34 jaar 350 0,6 1244 2,2 1608 1,4
35-39 jaar 216 0,4 1064 2 1286 1,2
40-44 jaar 365 0,7 1045 2 1357 1,3
45-49 jaar 270 0,5 986 1,8 1306 1,2
50-54 jaar 578 0,9 1025 1,6 1540 1,2
55-59 jaar 1334 2,1 1072 1,7 2404 1,9
60-64 jaar 1558 2,7 1454 2,5 3012 2,6
65-69 jaar 1909 3,8 1390 2,7 3357 3,3
70-74 jaar 2757 6 2265 4,7 5084 5,4
75-79 jaar 3175 9,4 2518 6,7 5709 8
80-84 jaar 3079 15,3 2435 9,5 5536 12,1
85 jaar en ouder 3112 22,4 3901 15,2 7002 17,7
  Man   Vrouw   Totaal  
Passagère cerebrale
ischemie/TIA (K89)
Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 85706 9,8 88452 10 174148 9,9
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 44 0,09 42 0,09 86 0,09
15-19 jaar 47 0,09 45 0,09 92 0,09
20-24 jaar 52 0,09 50 0,09 102 0,09
25-29 jaar 58 0,1 112 0,2 113 0,1
30-34 jaar 175 0,3 170 0,3 345 0,3
35-39 jaar 270 0,5 319 0,6 536 0,5
40-44 jaar 678 1,3 784 1,5 1462 1,4
45-49 jaar 1515 2,8 1369 2,5 2830 2,6
50-54 jaar 3789 5,9 3396 5,3 7185 5,6
55-59 jaar 6098 9,6 5295 8,4 11389 9
60-64 jaar 9116 15,8 7851 13,5 16914 14,6
65-69 jaar 11906 23,7 9681 18,8 21567 21,2
70-74 jaar 14566 31,7 13301 27,6 27866 29,6
75-79 jaar 15537 46 14583 38,8 30114 42,2
80-84 jaar 12156 60,4 12866 50,2 25027 54,7
85 jaar en ouder 9587 69 18015 70,2 27611 69,8
  Man   Vrouw   Totaal  
Longembolie/
longinfarct (K93)
Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 26236 3 26536 3 52772 3
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 44 0,09 42 0,09 86 0,09
15-19 jaar 47 0,09 150 0,3 103 0,1
20-24 jaar 57 0,1 446 0,8 566 0,5
25-29 jaar 231 0,4 613 1,1 908 0,8
30-34 jaar 466 0,8 1018 1,8 1493 1,3
35-39 jaar 540 1 851 1,6 1394 1,3
40-44 jaar 782 1,5 1307 2,5 2088 2
45-49 jaar 1190 2,2 1971 3,6 3157 2,9
50-54 jaar 1927 3 2371 3,7 4362 3,4
55-59 jaar 3112 4,9 2143 3,4 5315 4,2
60-64 jaar 3866 6,7 2617 4,5 6488 5,6
65-69 jaar 3516 7 2729 5,3 6307 6,2
70-74 jaar 3814 8,3 3325 6,9 7155 7,6
75-79 jaar 3310 9,8 2593 6,9 5923 8,3
80-84 jaar 1892 9,4 2204 8,6 4072 8,9
85 jaar en ouder 1292 9,3 2438 9,5 3758 9,5
  Man   Vrouw   Totaal  
Thrombophlebitis/
flebotrombose (K94)
Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 43727 5 52187 5,9 96749 5,5
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 44 0,09 47 0,1 86 0,09
15-19 jaar 157 0,3 351 0,7 513 0,5
20-24 jaar 345 0,6 614 1,1 1020 0,9
25-29 jaar 519 0,9 1227 2,2 1702 1,5
30-34 jaar 874 1,5 2092 3,7 2986 2,6
35-39 jaar 1188 2,2 2446 4,6 3645 3,4
40-44 jaar 1668 3,2 3084 5,9 4698 4,5
45-49 jaar 2596 4,8 4271 7,8 6857 6,3
50-54 jaar 4111 6,4 4998 7,8 9110 7,1
55-59 jaar 5081 8 4475 7,1 9618 7,6
60-64 jaar 6231 10,8 4361 7,5 10542 9,1
65-69 jaar 5375 10,7 4686 9,1 10071 9,9
70-74 jaar 5284 11,5 5687 11,8 11015 11,7
75-79 jaar 4762 14,1 5412 14,4 10133 14,2
80-84 jaar 3079 15,3 4075 15,9 7138 15,6
85 jaar en ouder 2056 14,8 4619 18 6685 16,9
  Man   Vrouw   Totaal  
Varices benen (K95) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 44602 5,1 116757 13,2 161834 9,2
0-4 jaar 40 0,09 38 0,09 78 0,09
5-9 jaar 41 0,09 39 0,09 81 0,09
10-14 jaar 44 0,09 47 0,1 86 0,09
15-19 jaar 210 0,4 351 0,7 513 0,5
20-24 jaar 517 0,9 1506 2,7 2039 1,8
25-29 jaar 1154 2 3513 6,3 4651 4,1
30-34 jaar 1982 3,4 6560 11,6 8614 7,5
35-39 jaar 2323 4,3 8242 15,5 10613 9,9
40-44 jaar 2919 5,6 9200 17,6 12111 11,6
45-49 jaar 3354 6,2 10348 18,9 13715 12,6
50-54 jaar 4368 6,8 12944 20,2 17321 13,5
55-59 jaar 4891 7,7 11598 18,4 16451 13
60-64 jaar 5481 9,5 10351 17,8 15871 13,7
65-69 jaar 4722 9,4 9681 18,8 14344 14,1
70-74 jaar 4641 10,1 10747 22,3 15439 16,4
75-79 jaar 4087 12,1 9434 25,1 13487 18,9
80-84 jaar 2475 12,3 6587 25,7 9059 19,8
85 jaar en ouder 1667 12 5620 21,9 7278 18,4
  Man   Vrouw   Totaal  
Hemorroïden (K96) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 93577 10,7 142408 16,1 235715 13,4
0-4 jaar 266 0,6 337 0,8 605 0,7
5-9 jaar 596 1,3 174 0,4 805 0,9
10-14 jaar 293 0,6 140 0,3 477 0,5
15-19 jaar 1101 2,1 1453 2,9 2563 2,5
20-24 jaar 3565 6,2 5356 9,6 8950 7,9
25-29 jaar 5827 10,1 11430 20,5 17244 15,2
30-34 jaar 6995 12 15948 28,2 22970 20
35-39 jaar 7779 14,4 15261 28,7 23047 21,5
40-44 jaar 8080 15,5 12337 23,6 20359 19,5
45-49 jaar 8817 16,3 11881 21,7 20681 19
50-54 jaar 10469 16,3 12623 19,7 23095 18
55-59 jaar 10226 16,1 11472 18,2 21640 17,1
60-64 jaar 8366 14,5 10002 17,2 18420 15,9
65-69 jaar 6983 13,9 8394 16,3 15361 15,1
70-74 jaar 6341 13,8 8145 16,9 14498 15,4
75-79 jaar 4019 11,9 6502 17,3 10490 14,7
80-84 jaar 2415 12 4869 19 7275 15,9
85 jaar en ouder 1959 14,1 5671 22,1 7634 19,3
  Man   Vrouw   Totaal  
Andere ziekte(n)
hartvaatstelsel (K99)
Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen) Absoluut Relatief (per 1000 personen)
Totaal 76086 8,7 48649 5,5 124894 7,1
0-4 jaar 177 0,4 169 0,4 346 0,4
5-9 jaar 92 0,2 131 0,3 179 0,2
10-14 jaar 244 0,5 47 0,1 286 0,3
15-19 jaar 524 1 301 0,6 820 0,8
20-24 jaar 805 1,4 167 0,3 1020 0,9
25-29 jaar 981 1,7 223 0,4 1248 1,1
30-34 jaar 933 1,6 509 0,9 1378 1,2
35-39 jaar 1026 1,9 532 1 1501 1,4
40-44 jaar 1199 2,3 784 1,5 1984 1,9
45-49 jaar 1785 3,3 1424 2,6 3157 2,9
50-54 jaar 2826 4,4 2243 3,5 5004 3,9
55-59 jaar 4573 7,2 3152 5 7720 6,1
60-64 jaar 7154 12,4 4245 7,3 11353 9,8
65-69 jaar 9193 18,3 5871 11,4 15056 14,8
70-74 jaar 12728 27,7 7614 15,8 20335 21,6
75-79 jaar 14118 41,8 7442 19,8 21551 30,2
80-84 jaar 10304 51,2 6817 26,6 17112 37,4
85 jaar en ouder 7309 52,6 6826 26,6 14161 35,8

-       Het betreft het aantal personen met ergens in het jaar een openstaande ziekte-episode. Deze episode kan dus ook gestart zijn in het jaar ervoor.
-       Aantallen zijn afgerond op 100-tallen. Hierdoor zal het totaalcijfer niet altijd exact het opgetelde cijfer van de mannen en vrouwen zijn