Jaarcijfers mitraliskleplijden
Inleiding
Binnen de Nederlandse Hart Registratie (NHR) verzamelen centra in de registratie Cardiochirurgie informatie over de zorg voor patiënten met mitraliskleplijden. Binnen deze registraties wordt informatie over mitralisklepchirurgie geregistreerd. In dit hoofdstuk worden jaarcijfers met algemene trends in de patiëntkarakteristieken en uitkomsten gepresenteerd voor mitralisklepchirurgie.
Methode
Voor mitralisklepchirurgie zijn binnen de NHR sinds 1995 gegevens beschikbaar. Sinds 2007 geldt er een landelijke verplichting voor het registreren van cardiochirurgische interventies in Nederland. Alle 15 Nederlandse hartcentra nemen deel aan het Value-Based Healthcare (VBHC)-programma van de NHR. Zij publiceren op vrijwillige basis informatie over de kwaliteit van zorg, gemeten met behulp van de voor patiënten meest relevante uitkomstvariabelen.
De inclusiecriteria zoals toegepast voor selectie van patiënten, de analyses en de analysemethodiek zijn hier terug te vinden. De methodiek voor de selectie van de NHR-variabelensets is hier terug te vinden.
Resultaten
Mitralisklepchirurgie
Voor de geïsoleerde mitralisklepchirurgische behandelingen wordt in onderstaande figuur het verloop van het aantal uitgevoerde interventies in de afgelopen jaren weergegeven.
Van de binnen het VBHC-programma geregistreerde patiënten, die vanaf 2013 een geïsoleerde mitralisklepchirurgische behandeling hebben ondergaan, wordt in onderstaande tabel een overzicht gegeven van de patiëntkarakteristieken.
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Actieve endocarditis | 8,6% | 8,7% | 7,6% | 9,5% | 10,0% | 8,8% | 10,9% | 11,6% | 11,6% |
Atriumfibrilleren | 14,7% | 14,6% | 20,0% | 19,3% | 15,9% | 14,1% | 14,5% | 15,5% | 17,6% |
Diabetes mellitus | 10,4% | 8,9% | 7,5% | 8,7% | 8,7% | 6,2% | 10,6% | 6,5% | 7,7% |
Eerdere cardiochirurgie | 15,8% | 17,4% | 16,0% | 17,5% | 12,2% | 13,2% | 12,2% | 12,7% | 11,6% |
Geslacht (man) | 62,1% | 57,0% | 61,0% | 58,2% | 62,6% | 60,2% | 62,3% | 61,1% | 63,9% |
Leeftijd (≥ 75 jaar) | 15,4% | 18,5% | 17,7% | 17,5% | 17,2% | 18,2% | 16,8% | 20,3% | 19,2% |
Linkerventrikelfunctie (< 30%) | 3,8% | 1,5% | 1,4% | 2,1% | 1,7% | 3,1% | 1,2% | 1,6% | 1,3% |
Logistische EuroSCORE I (hoog > 19,5%) | 9,1% | 10,3% | 6,6% | 8,7% | 9,1% | 7,0% | 8,4% | 9,3% | 5,4% |
Logistische EuroSCORE II (hoog > 9,5%) | - | - | 5,0% | 9,5% | 7,2% | 6,1% | 6,3% | 9,0% | 3,9% |
Nierinsufficiëntie (eGFR < 60) | 25,2% | 27,7% | 26,6% | 29,6% | 27,5% | 27,4% | 22,8% | 25,6% | 20,7% |
Recent myocardinfarct | 2,3% | 3,0% | 2,3% | 2,0% | 1,6% | 2,5% | 1,6% | 3,6% | 2,0% |
Urgentie van de procedure (acuut) | 4,0% | 5,5% | 4,5% | 4,7% | 5,3% | 3,8% | 4,0% | 5,6% | 2,8% |
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de verschillende ruwe uitkomsten per jaar.
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
30-daagse mortaliteit inclusief ziekenhuismortaliteit | 2,9% | 4,3% | 2,6% | 2,9% | 3,5% | 3,3% | 2,3% | 3,0% | 2,4% |
120-daagse mortaliteit | 3,4% | 5,8% | 4,1% | 4,3% | 4,6% | 4,5% | 3,0% | 4,4% | 4,2% |
1-jaars mortaliteit | 4,3% | 6,6% | 5,4% | 5,7% | 5,9% | 5,7% | 4,0% | 5,2% | - |
Rethoracotomie binnen 30 dagen | 7,4% | 8,8% | 6,4% | 4,8% | 7,3% | 5,9% | 6,7% | 8,0% | 8,6% |
CVA met restletsel tijdens opname | 0,4% | 1,2% | 1,5% | 0,6% | 1,7% | 1,8% | 1,3% | 0,2% | 1,7% |
Diepe sternumwondinfectie binnen 30 dagen | 0,3% | 0,0% | 0,0% | 0,5% | 0,2% | 0,4% | 0,3% | 0,2% | 0,0% |
Postoperatieve mitralisklepinsufficiëntie (ernstig+matig) | 12,0% | 5,7% | 4,0% | 5,4% | 7,1% | 4,7% | 4,8% | 4,8% | 3,2% |
De verschillende risicogecorrigeerde uitkomsten, gecorrigeerd voor door de artsen geselecteerde relevante patiëntkarakteristieken, worden gepresenteerd in onderstaande figuren.
Tot slot wordt in onderstaande figuren de ontwikkeling van de kwaliteit van leven getoond van patiënten die een geïsoleerde mitralisklepchirurgische behandeling hebben gehad.
Discussie
Mitralisklepchirurgie
Het aantal uitgevoerde geïsoleerde mitralisklepchirurgische behandelingen is de afgelopen jaren relatief stabiel gebleven. Mogelijk zijn er in de recente jaren minder ingrepen uitgevoerd als gevolg van de coronapandemie (778 ingrepen in 2019 ten opzichte van 637 in 2020 en 589 in 2021). De meeste karakteristieken van de patiënten die een geïsoleerde mitralisklepchirurgie ondergingen zijn relatief stabiel gebleven over de afgelopen periode. Er is een toename te zien van het aantal geopereerde patiënten met actieve endocarditis (van 8,6% in 2013 naar 11,6% in 2021). Het percentage patiënten dat voorafgaand aan de geïsoleerde mitralisklepchirurgische behandeling eerdere cardiochirurgie heeft ondergaan is de afgelopen jaren afgenomen (van 15,8% in 2013 naar 11,6% in 2021).
Ook de uitkomsten, zowel ruw als risicogecorrigeerd, zijn stabiel gebleven. Hierin zijn geen significante wijzigingen waar te nemen.
Meer dan de helft van alle patiënten rapporteert één jaar na de interventie een betere kwaliteit van leven, zowel fysieke als psychische gezondheid, dan voor de ingreep. De grootste winst lijkt te zitten op het gebied van de fysieke gezondheid.