index icon
Index

Jaarcijfers mitraliskleplijden

Inleiding 

In dit hoofdstuk worden jaarcijfers voor mitralisklepchirurgie en transkatheter mitralisklepinterventies, met algemene trends in de patiëntkarakteristieken en uitkomsten gepresenteerd. Dit betreft de gegevens t/m 2022, afkomstig uit de Nederlandse Hart Registratie (NHR). Hierin verzamelen centra in de registraties Cardiochirurgie en THI informatie over de zorg voor patiënten met mitraliskleplijden.

Methode

Voor mitralisklepchirurgie zijn binnen de NHR sinds 1995 gegevens beschikbaar. Sinds 2007 geldt er een landelijke verplichting voor het registreren van cardiochirurgische interventies in Nederland. Voor transkatheter mitralisklepchirurgie zijn binnen de NHR vanaf 2021 uitgebreide gegevens beschikbaar. Alle 15 Nederlandse hartcentra nemen deel aan het Value-Based Healthcare (VBHC)-programma van de NHR. Zij publiceren op vrijwillige basis informatie over de kwaliteit van zorg, gemeten met behulp van de voor patiënten meest relevante uitkomstvariabelen.

De inclusiecriteria zoals toegepast voor selectie van patiënten, de analyses en de analysemethodiek zijn hier terug te vinden. De methodiek voor de selectie van de NHR-variabelensets is hier terug te vinden.

Resultaten

Mitralisklepchirurgie

Voor de geïsoleerde mitralisklepchirurgische behandelingen wordt in onderstaande figuur het verloop van het aantal uitgevoerde interventies in de afgelopen jaren weergegeven.

 

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de patiëntkarakteristieken van alle binnen het VBHC-programma geregistreerde patiënten, die vanaf 2013 een geïsoleerde mitralisklepchirurgische behandeling hebben ondergaan.

Tabel 1. Mitraliskleplijden - Geïsoleerde mitralisklepchirurgie - patiëntkarakteristieken per jaar
Bron: NHR
  2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022
Actieve endocarditis 8,6% 8,7% 7,6% 9,5% 10,0% 8,8% 10,9% 11,6% 11,7% 9,1%
Atriumfibrilleren 15,6% 14,6% 20,1% 19,3% 15,9% 13,8% 14,6% 15,0% 18,1% 11,6%
Diabetes mellitus 10,4% 8,9% 7,5% 8,7% 8,7% 6,2% 10,6% 6,5% 7,3% 6,4%
Eerdere cardiochirurgie 15,8% 17,4% 16,0% 17,5% 12,2% 13,2% 12,2% 12,7% 11,7% 8,4%
Geslacht (man) 62,1% 57,0% 61,0% 58,2% 62,6% 60,2% 62,3% 61,1% 63,8% 63,9%
Leeftijd (≥ 75 jaar) 15,4% 18,5% 17,7% 17,5% 17,2% 18,2% 16,8% 20,3% 18,5% 18,4%
Linkerventrikelfunctie (< 30%) 3,8% 1,5% 1,4% 2,1% 1,7% 3,1% 1,2% 1,6% 1,2% 1,5%
Logistische EuroSCORE I (hoog > 19,5%) 9,1% 10,3% 6,6% 8,7% 9,1% 7,0% 8,4% 9,3% 5,3% 5,4%
Logistische EuroSCORE II (hoog > 9,5%) - - 5,0% 9,5% 7,2% 6,1% 6,3% 8,8% 4,1% 4,1%
Nierinsufficiëntie (eGFR < 60) 25,2% 27,7% 26,6% 29,6% 27,5% 27,4% 22,8% 25,6% 20,7% 19,1%
Recent myocardinfarct 2,3% 3,0% 2,3% 2,0% 1,6% 2,5% 1,6% 3,6% 1,9% 2,7%
Urgentie van de procedure (acuut) 4,0% 5,5% 4,5% 4,7% 5,3% 3,8% 4,0% 5,6% 2,6% 4,8%

 

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de verschillende ruwe uitkomsten per jaar.

Tabel 2. Mitraliskleplijden - Geïsoleerde mitralisklepchirurgie - ruwe uitkomsten per jaar
Bron: NHR
  2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022
30-daagse mortaliteit inclusief ziekenhuismortaliteit 2,9% 4,3% 2,6% 2,9% 3,5% 3,1% 2,2% 3,1% 2,3% 2,5%
120-daagse mortaliteit 3,4% 5,8% 4,1% 4,3% 4,6% 4,4% 3,0% 4,5% 3,9% 4,4%
1-jaars mortaliteit 4,3% 6,6% 5,4% 5,7% 5,9% 5,7% 3,9% 5,3% 4,9% -
CVA met restletsel tijdens opname 0,4% 1,2% 1,5% 0,6% 1,7% 2,0% 1,4% 0,2% 1,8% 1,4%
Postoperatieve mitralisklepinsufficiëntie (ernstig+matig) 14,7% 10,3% 3,2% 7,3% 6,1% 3,0% 3,9% 3,2% 2,8% 3,7%
Reïnterventie t.g.v. complicatie binnen 30 dagen¹ 7,4% 8,8% 6,4% 4,8% 7,3% 5,9% 6,7% 8,0% 9,2% 9,1%

¹Vanaf Q3 2022 worden ook puncties geïncludeerd in de uitkomst "Reïnterventie t.g.v. complicatie binnen 30 dagen". Voor de volledige definitie zie NHR Handboek.

 

De verschillende risicogecorrigeerde uitkomsten, gecorrigeerd op basis van door artsen geselecteerde relevante patiëntkarakteristieken, worden gepresenteerd in onderstaande figuren.

 

Tot slot wordt in onderstaande figuren de ontwikkeling van de kwaliteit van leven getoond van patiënten die een geïsoleerde mitralisklepchirurgische behandeling hebben ondergaan.

 

Transkatheter mitralisklepinterventies

Voor de transkatheter mitralisklepinterventies wordt in onderstaande figuur het verloop van het aantal uitgevoerde interventies in de afgelopen jaren weergegeven. Voor dit type interventies wordt een onderscheid gemaakt tussen Transcatheter Mitral Valve Repair (TMVr) en Transcatheter Mitral Valve Implantation (TMVI).

 

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de patiëntkarakteristieken van alle binnen het VBHC-programma geregistreerde patiënten, die in 2021 of 2022 een TMVr hebben ondergaan.

Tabel 3. Mitraliskleplijden - TMVr - patiëntkarakteristieken per jaar
Bron: NHR
  2021 2022
Chronische longziekte 15,1% 18,1%
Eerder CVA 7,6% 8,9%
Eerdere cardiochirurgie 19,2% 21,1%
Geslacht (man) 56,5% 53,7%
Leeftijd    
     ≥ 85 16,8% 16,3%
    75 - 84 52,1% 55,8%
     < 75 31,2% 27,9%
Linkerventrikelfunctie    
    EF < 30% 15,6% 12,2%
    EF 30-50% 43,3% 38,3%
    EF > 50% 41,2% 49,5%
Nierinsufficiëntie (eGFR < 60) 60,7% 61,6%
NYHA-klasse    
    I 4,5% 2,0%
    II 38,5% 33,1%
    III 52,2% 59,3%
    IV 4,8% 5,6%

 

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de verschillende ruwe uitkomsten per jaar.

Tabel 4. Mitraliskleplijden - TMVr - ruwe uitkomsten per jaar
Bron: NHR
  2021 2022
Procedurele mortaliteit 0,0% 2,0%
30-daagse mortaliteit inclusief ziekenhuismortaliteit 2,2% 3,8%
120-daagse mortaliteit 7,9% 10,1%
CVA met restletsel tijdens opname 0,0% 0,0%
Conversie naar sternotomie tijdens interventie 0,7% 0,0%
Major vasculaire complicatie binnen 30 dagen 0,0% 0,5%

 

Discussie

Mitralisklepchirurgie

Het aantal uitgevoerde geïsoleerde mitralisklepchirurgische behandelingen is de afgelopen jaren relatief stabiel gebleven. Mogelijk zijn er in de recente jaren minder ingrepen uitgevoerd als gevolg van de coronapandemie (778 ingrepen in 2019 ten opzichte van 637 in 2020 en 589 in 2021). De meeste karakteristieken van de patiënten die geïsoleerde mitralisklepchirurgie ondergingen zijn relatief stabiel gebleven over de afgelopen periode. Het percentage patiënten dat voorafgaand aan de geïsoleerde mitralisklepchirurgische behandeling eerdere cardiochirurgie heeft ondergaan, is de afgelopen jaren afgenomen (van 15,8% in 2013 naar 8,4% in 2022).

Ook de uitkomsten, zowel ruw als risicogecorrigeerd, zijn veelal stabiel gebleven. Het percentage patiënten met matige of ernstige postoperatieve mitralisklepinsufficiëntie is de laatste jaren sterk afgenomen. Meer dan de helft van alle patiënten rapporteert één jaar na de interventie een betere kwaliteit van leven, zowel fysieke als psychische gezondheid, dan voor de ingreep. De grootste winst lijkt te zitten op het gebied van de fysieke gezondheid.

Transkatheter mitralisklepinterventies

Het aantal uitgevoerde TMVr’s is sinds 2013 gestaag gegroeid met een piek in 2018. Sindsdien heeft er een daling in het aantal uitgevoerde interventies plaatsgevonden. De coronapandemie heeft mogelijk invloed heeft gehad op het aantal uitgevoerde procedures in de jaren 2020 en 2021. Ook kan meespelen dat de patiëntenselectie strikter is geworden door nieuwe bewijsvoering (COAPT trial en MITRA-FR trial).

Aan de patiëntkarakteristieken is te zien dat er een lichte toename is in patiënten met een goede ejectiefractie (>50%). Een mogelijke verklaring hiervoor is de behandeling van patiënten met primaire mitralisklepinsufficiëntie met een hoog operatierisico. Daarnaast speelt een toenemende prevalentie van hartfalen mogelijk ook een rol.

De ruwe uitkomsten laten zien dat de TMVr een veilige procedure is met weinig kans op complicaties. De komende jaren zullen data over uitkomsten blijvend verzameld worden, om de monitoring van uitkomsten over meerdere jaren mogelijk te maken.