index icon
Index

Jaarcijfers pacemaker en ICD

Inleiding 

Binnen de Nederlandse Hart Registratie (NHR) verzamelen centra in de registratie Pacemaker- en Implanteerbare Cardioverter Defibrillator (ICD) informatie over de zorg voor patiënten die een pacemaker dan wel ICD ingreep hebben ondergaan. In dit hoofdstuk worden jaarcijfers met algemene trends in de patiëntkarakteristieken en uitkomsten gepresenteerd voor pacemaker en ICD ingrepen.

Methode

Voor pacemaker en ICD zijn binnen de NHR sinds 1989 gegevens beschikbaar, welke vanaf 2017 effectief gecontroleerd en besproken worden binnen de Registratiecommissie. In Nederland worden door 72 centra pacemaker interventies uitgevoerd, waarvan er 26 deelnemen aan het Benchmark follow-up project van de NHR. Door 28 centra worden ICD interventies uitgevoerd, waarvan er 14 deelnemen aan het Benchmark follow-up project. Zij publiceren op vrijwillige basis informatie over de kwaliteit van zorg, gemeten met behulp van de voor patiënten meest relevante uitkomstvariabelen.

De inclusiecriteria zoals toegepast voor selectie van patiënten, de analyses en de analysemethodiek zijn hier terug te vinden. De methodiek voor de selectie van de NHR-variabelensets is hier terug te vinden.

Resultaten

Pacemaker

Voor de pacemaker interventies wordt in onderstaande figuur het verloop van het aantal uitgevoerde interventies in de afgelopen jaren weergegeven.

 

Van de binnen het Benchmark follow-up project geregistreerde patiënten, die vanaf 2018 een pacemaker interventie hebben ondergaan, wordt in onderstaande tabel een overzicht gegeven van de patiëntkarakteristieken.

Tabel 1. Pacemaker/ICD - Pacemaker - patiëntkarakteristieken per jaar 
Bron: NHR
  2018 2019 2020 2021
BMI (≥ 25 kg/m²) 61,4% 63,3% 62,5% 62,6%
Diabetes mellitus 18,2% 18,2% 19,8% 20,9%
Geslacht (man) 58,7% 57,6% 59,4% 58,0%
Leeftijd (≥ 80 jaar) 42,1% 42,0% 42,0% 42,5%
Linkerventrikelfunctie (EF < 30%) 3,8% 4,9% 4,1% 4,4%
Nierinsufficiëntie (eGFR < 60) 44,4% 40,7% 42,3% 40,9%
Pacemaker indicatie        
    AV-block 62,2% 59,4% 60,3% 57,7%
    Hartfalen 12,2% 9,7% 8,9% 10,9%
    Sinusnode disfunctie 62,4% 34,0% 34,4% 32,9%
Patroon AF (langdurig persisterend) 7,7% 17,0% 16,2% 11,8%

  

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de verschillende ruwe uitkomsten per jaar.

Tabel 2. Pacemaker/ICD - Pacemaker - ruwe uitkomsten per jaar
Bron: NHR
  2018 2019 2020 2021
30-daagse mortaliteit 1,0% 0,7% 1,2% 1,1%
90-daagse mortaliteit 2,4% 1,6% 2,7% 2,3%
Bloedingscomplicatie tijdens ziekenhuisopname 0,5% 0,4% 0,5% 0,5%
Pneumothorax tijdens ziekenhuisopname 1,0% 0,7% 0,7% 0,6%
Cardiale tamponade binnen 30 dagen 0,1% 0,3% 0,1% 0,1%
Reïnterventie binnen 90 dagen 1,5% 2,4% 2,0% 2,2%

 

De verschillende risicogecorrigeerde uitkomsten, gecorrigeerd voor door de artsen geselecteerde relevante patiëntkarakteristieken, worden gepresenteerd in onderstaande figuren.

 

ICD

Voor de ICD’s wordt in onderstaande figuur het verloop van het aantal uitgevoerde interventies in de afgelopen jaren weergegeven.

 

Van de binnen het Benchmark follow-up project geregistreerde patiënten, die vanaf 2018 een ICD interventie hebben ondergaan, wordt in onderstaande tabel een overzicht gegeven van de patiëntkarakteristieken.

Tabel 3. Pacemaker/ICD - ICD - patiëntkarakteristieken per jaar
Bron: NHR
  2018 2019 2020 2021
BMI (≥ 25 kg/m²) 66,9% 66,6% 67,9% 67,5%
Diabetes mellitus - 20,8% 20,7% 22,5%
Geslacht (man) 76,0% 76,1% 76,3% 75,9%
ICD met pacemaker functie 56,7% 47,3% 48,9% 59,0%
ICD-preventie (secundair) 40,9% 38,6% 40,4% 39,6%
Leeftijd (≥ 80 jaar) 8,4% 10,3% 10,5% 10,6%
Linkerventrikelfunctie (EF < 30%) 35,9% 36,2% 35,9% 35,0%
Nierinsufficiëntie (eGFR < 60) 40,7% 40,7% 37,7% 39,0%
Pacemaker indicatie*        
    AV-block - 18,6% 18,0% 15,6%
    Hartfalen - 58,4% 59,2% 48,0%
    Sinusnode disfunctie - 9,5% 11,4% 8,9%
Patroon AF (langdurig persisterend) 6,5% 10,3% 8,7% 8,8%

* Alleen voor de ICD ingrepen met een pacemakerfunctie

 

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de verschillende ruwe uitkomsten per jaar.

Tabel 4. Pacemaker/ICD - ICD - ruwe uikomsten per jaar
Bron: NHR
  2018 2019 2020 2021
30-daagse mortaliteit 0,5% 0,5% 0,4% 0,2%
90-daagse mortaliteit 1,3% 0,9% 1,2% 0,8%
Bloedingscomplicatie tijdens ziekenhuisopname 0,3% 0,5% 0,2% 0,7%
Pneumothorax tijdens ziekenhuisopname 0,4% 0,6% 0,4% 0,4%
Cardiale tamponade binnen 30 dagen 0,1% 0,1% 0,0% 0,0%
Reïnterventie binnen 90 dagen 2,1% 2,1% 1,6% 2,4%

 

De verschillende risicogecorrigeerde uitkomsten, gecorrigeerd voor door de artsen geselecteerde relevante patiëntkarakteristieken, worden gepresenteerd in onderstaande figuren.

Discussie

Pacemaker

Er is een licht stijgende trend te zien in het aantal uitgevoerde pacemaker procedures, ondanks het feit dat niet alle ziekenhuizen in het laatste jaar data hebben kunnen aanleveren. Op basis van de patiëntkarakteristieken per jaar is te zien dat deze procedure in Nederland veelal bij een oudere patiëntenpopulatie wordt uitgevoerd (ruim 40% heeft een leeftijd ouder dan 80 jaar). Dit zou ook kunnen verklaren dat er steeds meer pacemakers worden geïmplanteerd, de populatie wordt immers ouder. Verder is te zien dat de laatste jaren de gemiddelde patiënt relatief hetzelfde blijft, waarbij de meeste pacemakers worden geïmplanteerd voor een AV-block en de minste voor hartfalen.

Zowel de ruwe als de risicogecorrigeerde uitkomsten per jaar laten zien dat een pacemakerimplantatie gezien kan worden als een veilige ingreep met door de jaren heen een relatief lage kans op complicaties (vrijwel geen cardiale tamponades) en een licht afnemende trend in het aantal pneumothoraxen.

ICD

Voor de ICD procedures is in tegenstelling tot de pacemakers geen stijgende trend te zien, maar een stabiel aantal implantaties over de jaren heen. Het percentage secundaire preventie blijft stabiel hoog (rond de 40%). In de tabel met patiëntkarakteristieken per jaar is te zien dat de gemiddelde patiënt jonger is dan bij de pacemaker populatie (10% heeft een leeftijd ouder dan 80 jaar). Het betreft in driekwart van de gevallen een man, wat een hoger percentage is dan bij de pacemakers. Daarnaast wordt een ICD met een pacemakerfunctie het vaakst geïmplanteerd voor hartfalen.

Zowel de ruwe als de risicogecorrigeerde uitkomsten per jaar laten zien dat een ICD-implantatie gezien kan worden als een veilige ingreep met door de jaren heen een relatief lage kans op complicaties (wederom vrijwel geen cardiale tamponades). De mortaliteitscijfers liggen lager dan bij de pacemaker populatie, wat te verwachten is bij een jongere patiëntenpopulatie. Echter kan dit ook te maken hebben met het feit dat bij een beperkte levensverwachting geen ICD’s ter primaire preventie worden geïmplanteerd.