Trends in adoptatie van extravasculaire devices in Nederland
Uit dit onderzoek bleek een relatief snelle adoptatie van EVD's, waarna de groei na ongeveer 4 jaar afvlakt. Zowel subcutane ICD's (S-ICD's) als leadless pacemakers (LP's) zijn vaker bij jongere patiënten geïmplanteerd dan conventionele ICD's en pacemakers (PM's), waarbij vrouwen vaker s-ICD's, en mannen vaker LP's ontvingen. EVD's worden voornameljk geïmplanteerd in centra met een hoog volume en cardiothoracale chirurgie, maar het gebruik van S-ICD's breidt zich uit naar andere centra.
K. Breeman, R. Knops, M. van der Stoel, L. Boersma, S. Yap, L. van Erven, V. van Dijk, A. Maass, A. Wilde, F. Tjong on behalf of Device Registration Committee of the Netherlands Heart Registration
Inleiding
Conventionele implanteerbare cardioverter-defibrillators (ICD’s) en pacemakers hebben een risico op complicaties die voornamelijk veroorzaakt worden door de pocket of lead. Om deze complicaties te vermijden zijn extravasculaire devices (EVD’s) ontwikkeld, zoals de subcutane ICD (S-ICD) en draadloze pacemaker (LP). Echter, er is weinig bekend over de adoptie van EVD’s voor verschillende patiënt- of ziekenhuiskarakteristieken.
Doel
Het beschrijven van de landelijke trends in adoptie van EVD’s in Nederland.
Methode
Met behulp van de Nederlandse Hart Registratie werden alle opeenvolgende patiënten geïncludeerd met een de novo S-ICD of conventionele eenkamer ICD-implantatie tussen 2012-2020, of met een de novo LP of conventionele eenkamer pacemakerimplantatie tussen 2014-2020. Trends in de adoptie van EVD’s werden beschreven voor verschillende patiënt- en ziekenhuiskenmerken.
Resultaten
Tussen 2012-2020 werden 2.190 S-ICD’s en 10.683 conventionele ICD’s geïmplanteerd; tussen 2014-2020 werden 712 LP’s en 11.103 conventionele pacemakers geïmplanteerd. De algemene adoptie van beide nam toe over tijd (S-ICD’s, 8% tot 21%; LP’s, 1% tot 8%), maar de toename vlakte af. Patiënten die een S-ICD ontvingen waren jonger dan patiënten die een conventionele ICD ontvingen (p<0.001) en vaker vrouw (p<0.001); ontvangers van een LP waren ook jonger dan conventionele pacemakerontvangers (p<0.001), maar vaker man (p=0.03). Zowel S-ICD’s als LP’s werden voornamelijk geïmplanteerd in centra met cardiothoracale chirurgie aanwezig en met een hoog device-implanterend volume, hoewel S-ICD’s over de tijd steeds vaker ook in centra zonder cardiothoracale chirurgie worden geïmplanteerd (p<0.001). De regionale adoptie verschilde significant.
Conclusie
Deze nationale studie toont een relatief snelle adoptie gezien van innovatieve EVD’s, met een plateau na ongeveer 4 jaar. Het gebruik van S-ICD’s is vooral groot bij jongere patiënten. EVD’s worden voornamelijk geïmplanteerd in centra met cardiothoracale chirurgie en een hoog implantatievolume, maar S-ICD’s worden steeds vaker ook in andere centra geïmplanteerd.
Figuur 1. Trends in adoption of S-ICDs (subcutane ICD) (A) and LPs (draadloze pacemaker) (B) among target populations over time.
Figuur 2. Adoption of S‑ICDs (a) and LPs (b) among different age categories.