Overlevingsuitkomsten na chirurgie voor type A aortadissectie in Nederland: een koppeling tussen NHR en CBS

Naar extern artikel

Dit onderzoek heeft laten zien dat het succesvol koppelen van klinische gegevens van de Nederlandse Hart Registratie en het Centraal Bureau voor de Statistiek bij kan dragen aan kennis over langetermijnprognoses. Voor toekomstig onderzoek opent datakoppeling de mogelijkheid om op grote schaal patiëntuitkomsten te evalueren, vooral voor langdurige follow-up studies. Het biedt een basis voor het analyseren van verschillende behandelingsopties en hun effect op de gezondheid van patiënten over meerdere decennia. Bovendien stelt het onderzoekers in staat trends in sterftecijfers en re-interventies nauwkeuriger te volgen. De bevindingen benadrukken het belang van voortdurende samenwerking tussen verschillende zorginstellingen en registraties voor toekomstige onderzoek om de zorg voor patiënten met hart- en vaatziekten te blijven verbeteren.

PT Timmermans,  BJJ Velders,  RHH Groenwold,  RJ Vos, MM Roefs,  J Braun,  RJM Klautz,  G Mecozzi, J Hjortnaes, On behalf of the PCI and Cardiothoracic Surgery Registration Committees of the Netherlands Heart Registration

Doel

Het beschrijven van de landelijke overlevingsuitkomsten na een operatie voor een type A aortadissectie.

Methode

Alle patiënten die tussen 2018 en 2021 in Nederland een operatie ondergingen voor een type A aortadissectie werden geïdentificeerd in de database van de Nederlandse Hart Registratie (NHR). De NHR gegevens werden gekoppeld aan de overlevingsdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek (98% match). Tijdstrends in ziekenhuissterfte en middellange termijnsterfte werden beschreven en met behulp van regressieanalyses werd gecorrigeerd voor leeftijd en geslacht. De doodsoorzaak en -locatie werden gerapporteerd en gestratificeerd volgens overlevingstijdsintervallen.

Resultaten

De onderzoekspopulatie bestond uit 1.317 patiënten met een gemiddelde leeftijd van 63,1 jaar (± 11,8). Het aantal operaties steeg van 284 in 2018 naar 375 in 2021. De operatie betrof in 99% van de gevallen de aorta ascendens, in 73% de aortaboog, in 32,5% de aortawortel en in 5% de aorta descendens. De ziekenhuissterfte daalde van 20,4% in 2018 naar 13,9% (95% BI: [10,4%, 17,4%]) in 2021 (figuur 1). In totaal werden 318 sterfgevallen geregistreerd, waarbij de meerderheid (70%) van de patiënten overleed aan de gevolgen van de dissectie. Onder de patiënten die 365 dagen overleefden, was slechts 14% van de sterfgevallen gerelateerd aan de dissectie, terwijl 37% van de sterfgevallen te wijten was aan hart- en vaatziekten en 17% aan kanker. De meeste patiënten (84%) overleden in het ziekenhuis, maar van de sterfgevallen na 365 dagen vond het merendeel (37%) thuis plaats.

Conclusie 

In de afgelopen jaren is het aantal operaties voor type A aortadissecties in Nederland toegenomen en is de ziekenhuissterfte afgenomen. Voor patiënten die één jaar na de operatie overleden, is dissectie niet de voornaamste doodsoorzaak, maar andere oorzaken zoals hart- en vaatziekten of kanker.

Figuur 1. Jaarlijkse sterfte in het ziekenhuis na chirurgie voor acute type A aortadissectie in Nederland tussen 2018 en 2021. De stippen geven het percentage ziekenhuissterfte per interventiejaar weer, en de verticale balken tonen de bijbehorende 95% betrouwbaarheidsintervallen.