Verschillen tussen mannen en vrouwen met cardiogene shock
Uit dit onderzoek komen belangrijke sekse-specifieke verschillen naar voren. Vrouwen hebben bijvoorbeeld langer symptomen voordat ze naar het ziekenhuis komen en zijn gemiddeld ouder dan mannen. Het onderzoek benadrukt het belang van betere en vroegere herkenning van cardiale symptomen bij vrouwen.
E. Peters, S. ten Berg, M. Bogerd, A. Engström, W. Lagrand, M. Timmermans, L. Otterspoor, K. Sjauw, N. Verouden, A. Vlaar, J. Henriques, on behalf of the PCI Registration Committee of the Netherlands Heart Registration.
Inleiding
Eerdere studies tonen aan dat vrouwen mogelijk vaker dan mannen cardiogene shock ontwikkelen als complicatie na een acuut myocardinfarct. Ook laten eerdere studies verschillen tussen man en vrouw zien in hoe de aandoening zich presenteert, de behandeling en uitkomsten van cardiogene shock. Echter, vrouwen zijn vaak ondervertegenwoordigd in gerandomiseerde klinische trials. Deze studie onderzocht daarom in een groot cohort de verschillen tussen mannen en vrouwen met betrekking tot patiëntkarakteristieken, behandeling (vaso-actieve medicatie, revascularisatietechnieken en mechanische ondersteuning) en mortaliteit (binnen 30 dagen en binnen één jaar) bij cardiogene shock na een acuut myocardinfarct.
Methode
Dit observationele, retrospectieve onderzoek is uitgevoerd met data van januari 2017 tot september 2021 van 14 Nederlandse ziekenhuizen, prospectief verzameld binnen de kwaliteitsregistratie PCI van de NHR. Mortaliteit werd geanalyseerd middels de Kaplan Meier methode. Voor het analyseren van verschillen in de behandeling tussen mannen en vrouwen werd logistische regressie analyse toegepast.
Resultaten
De studiepopulatie bestond uit 2.247 patiënten, waarvan 614 (27%) vrouw. Vrouwen waren significant ouder (70 vs 66 jaar) en hadden significant vaker (52% vs 37%) gedurende een langere periode symptomen (>3 uur). Mannen presenteerden zich significant vaker met een out-of-hospital cardiac arrest (OHCA) (46% vs 29%), met een hoger lactaat (6,0 vs 5,2 mmol/L) en waren vaker geïntubeerd voor de PCI (49% vs 45%). Wat betreft de behandeling ondergingen mannen siginificant vaker een PCI van de linker coronair (48% vs 40%) waar bij vrouwen significant vaker de rechter coronair behandeld werd (42% vs 36%). Vrouwen kregen significant minder vasoactieve medicatie voorafgaand aan de PCI en waar mannen gedurende de opname vaker noradenaline of adrenaline kregen, kregen vrouwen vaker dobutamine, dopamine en fosfodiesterase remmers. Wat betreft mortaliteit werd er geen significant verschil gevonden tussen mannen en vrouwen.
Discussie en conclusie
Uit deze studie blijkt dat vrouwen met cardiogene shock zich anders presenteren dan mannen, waaronder een langere symptoomduur en een oudere leeftijd. Dit onderschrijft het belang van vroegere en betere symptoomherkenning bij vrouwen. De mortaliteit was voor mannen en vrouwen vergelijkbaar ondanks deze verschillen.
Figuur 1. Behandeling van cardiogene shock patiënten met PCI naar geslacht.
IABP = Intra-Aortale BallonPomp; ECMO = Extra Corporale Membraan Oxygenatie; PCI = percutane coronaire interventie. Odds ratio's zijn gecorrigeerd voor: leeftijd, diabetes, eerder coronair event, out-of-hospital cardiac arrest, symptoomduur, etiologie van het myocardinfarct, mean arterial pressure, hartslag, lactaat, glucose, estimated glomerular filtration rate (eGFR), behandelde vaten, en TIMI flow na PCI.